11 Onderhoud
Afb.172
L3
11.2.5
Sifon reinigen
Afb.173
3
4
6
5
Afb.174
5
5
118
IX
7. Controleer de afstand tussen de ontstekingselektrode en de
massaelektrode.
Tab.74
Model van de ketel
IX 245–130
IX 245–150
IX 245–200
IX 245–250
8. Controleer of de isolatie op het binnenvlak van de brander niet is
beschadigd. Het oppervlak moet schoon zijn en mag geen
beschadigingen vertonen.
Vervang de isolatie als deze beschadigd is.
9. Plaats de brander terug.
IX 245–130 en IX 245–150
1. Verwijder de brander.
2. Ga naar de sifon.
3. Koppel de leiding van de regenwaterreservoir los.
4. Koppel de condensafvoerleiding los.
5. Verwijder de schroef die de sifon vasthoudt.
6. Verwijder de sifon door deze naar u toe te trekken.
7. Maak de bodem van de sifon schoon met water.
8. Vul de sifon geheel met water.
9. Monteer de sifon terug en monteer de schroef terug om de sifon op
zijn plaats te houden.
10. Plaats de brander terug.
Gevaar
Vul de sifon tot de bovenkant. Als de sifon leeg is, bestaat er
gevaar voor vergiftiging door uitlaatgassen.
IX 245–200 en IX 245–250
1. Open de veerklem die de sifon vasthoud.
2. Verwijder de sifon door deze naar u toe te trekken.
3. Maak de bodem van de sifon schoon met water.
4. Vul de sifon geheel met water.
5. Smeer de pakkingen met een speciaal vet of siliconen voor het
rookgassysteem.
6. Monteer de sifon terug en maak de veerklem weer vast om de sifon
op zijn plaats te houden.
2
Gevaar
Vul de sifon tot de bovenkant. Als de sifon leeg is, bestaat er
gevaar voor vergiftiging door uitlaatgassen.
1
L3
Voorgeschreven afstanden en to
leranties voor de ontstekingselek
trode en de massaelektrode
(mm)
4,5 +/-0,5
4,5 +/-0,5
4,5 +/-0,5
4,5 +/-0,5
7802094 - V02 - 13072023