4.2.6
Instellingen en veiligheidsvoorzieningen
Tab.14
Beschrijving van de veiligheidsvoorzieningen
Voorziening
Veiligheidsthermostaten
NTC-rookgassensor
Vlamdetector door ionisatie
Waterdrukschakelaar
Nadraaien van de pomp
Vorstbeveiliging
Pompbeveiliging
Voordraaien van circulatiepompen
Rookgasdrukschakelaar
7802094 - V02 - 13072023
De ketel is zeer geschikt voor opstelling in een cascadesysteem.
Gebruik een ketel/cascade-aansluitset om ketels in cascadeopstelling aan
te sluiten.
Belangrijk
Instellingen en veiligheidsvoorzieningen werken uitsluitend als de
ketel onder spanning staat.
Beschrijving
De veiligheidsthermostaten stoppen de gastoevoer naar de brander als het water in het
primaire circuit oververhit raakt. Verhelp de oorzaak van deze onderbreking om de nor
male werking van de ketel te herstellen.
Opgelet
De veiligheidsthermostaten mogen onder geen beding worden uitge
schakeld.
Het bedieningspaneel blokkeert de gastoevoer naar de brander in geval van oververhit
ting. Schakel de ketel uit en weer aan met de Aan/Uit-schakelaar om de normale werk
ing van de ketel te herstellen.
De ketel wordt om veiligheidsredenen uitgeschakeld als de gastoevoer uitvalt of als het
gas onvolledig verbrandt op de brander.
Dankzij dit apparaat kan de brander uitsluitend werken als de installatiedruk hoger is
dan 0,1 bar (0,10 MPa).
Zodra de drukschakelaar merkt dat de druk onder 0,8 bar (0,08 MPa) is gedaald, wordt
een waarschuwingsbericht weergegeven, maar de circulatiepomp wordt niet uitgezet.
Nadat de brander is gestopt werkt de circulatiepomp nog 3 minuten langer door als dat
zo is ingesteld op de kamerthermostaat en als de verwarmingswerkingsmodus is inge
schakeld.
Wanneer de aanvoerleidingtemperatuur onder 5 °C daalt, start de brander en blijft wer
ken totdat de aanvoerleidingtemperatuur 15 °C bereikt. Deze voorziening werkt uitslui
tend als:
De spanning naar de ketel wordt ingeschakeld
De gastoevoer werkt
De druk in het cv-systeem hoger is dan 0,5 bar (0,05 MPa)
Als er 24 uur lang geen behoefte aan verwarming of warm water is geweest, gaan de
pompen automatisch gedurende 10 seconden werken.
De pompen die rechtstreeks op de klemmenstroken van apparaten zijn aangesloten,
werken elke vrijdag om 10 uur 's morgens gedurende 30 seconden.
Het apparaat kan de circulatiepompen alvast laten werken voordat de brander wordt
ontstoken (alleen in de verwarmingsmodus). De duur en de activering van het voor
draaien hangen af van de installatievereisten en de bedrijfstemperaturen. Daarom vari
eert de voordraaiduur van de circulatiepompen van enkele seconden tot enkele minu
ten.
De rookgasdrukschakelaar onderbreekt de gastoevoer naar de brander wanneer de
rookgasafvoer- of de luchttoevoerbuis is verstopt.
4 Beschrijving van het product
IX
21