Problemen oplossen
C
ONTROLEER OF HET PRINTERGEHEUGEN NIET VOL IS
De printer slaat een binnenkomende fax op in het printergeheugen voordat de fax wordt afgedrukt. Als de inkt in de
printer opraakt of als het papier opraakt bij het ontvangen van de fax, wordt de fax opgeslagen in de printer zodat
u de fax later kunt afdrukken. Als het printergeheugen vol is, kan de printer mogelijk geen inkomende faxen meer
ontvangen. Als het printergeheugen vol is, wordt een foutbericht weergegeven op de display. Maak ruimte vrij in
het printergeheugen om de fout op te lossen
C
F
ONTROLEER OF
AX DOORSTUREN IS UITGESCHAKELD
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellen >
OK
2
Blader met de pijltoetsen naar Uit en druk op
V
ERHOOG HET BELTOONVOLUME
Als u de printer instelt op handmatig faxen ontvangen (Automatisch beantwoorden Uit), moet u het beltoonvolume
verhogen.
C
ONTROLEER OF U DE JUISTE HANDMATIGE ANTWOORDCODE HEBT GESELECTEERD
Als u de printer instelt op het handmatig ontvangen van faxen (Automatisch beantwoorden: Uit), moet u de juiste
code invoeren wanneer een fax binnenkomt zodat de printer de fax kan ontvangen.
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Instellen >
OK
2
Neem de code voor handmatig overnemen over die op de display wordt weergegeven.
Opmerking: Voor betere beveiliging kunt u de code voor handmatig overnemen wijzigen in een nummer dat u
alleen kent. U kunt maximaal 7 tekens opgeven voor de code. De geldige tekens zijn de cijfers 0-9 en de tekens #
en *.
Kan de faxsoftware niet uitvoeren
De printer moet zijn aangesloten op een telefoonlijn of een DSL-, VoIP- of kabeldienst voordat u de faxinstellingen kunt
configureren in de faxsoftware.
C
ONTROLEER OF ER EEN FAXSTUURPROGRAMMA IS GEÏNSTALLEERD
De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-stuurprogramma of het universele faxstuurprogramma.
Raadpleeg de cd Software en documentatie voor meer informatie over het installeren van deze stuurprogramma's.
C
ONTROLEER OF DE PRINTER CORRECT IS AANGESLOTEN OP EEN TELEFOONLIJN
U moet de printer aansluiten op een telefoonlijn (via een standaardwandaansluiting, DSL-filter, VoIP-adapter of
kabelmodem) voor u de faxsoftware kunt openen om de faxinstellingen te configureren.
> Faxinstellingen >
> Bellen en antwoorden >
OK
> Faxinstellingen >
> Bellen en antwoorden >
OK
OK
.
OK
OK
> Fax doorsturen >
OK
> Code handmatig overnemen >
154
OK