Problemen oplossen
C
ONTROLEER OF DE INKTCARTRIDGES CORRECT ZIJN GEÏNSTALLEERD
L
IJN DE PRINTERKOP UIT
R
EINIG DE SPUITOPENINGEN VAN DE PRINTERKOP OF VOER EEN DIEPTEREINIGING UIT
Opmerking: als de strepen of lijnen niet verdwijnen van de afbeeldingen met deze oplossingen, neemt u contact op
met de technische ondersteuning.
Lage afdruksnelheid
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
S
ELECTEER EEN LAGERE AFDRUKKWALITEIT IN DE PRINTERSOFTWARE
S
ELECTEER HANDMATIG EEN PAPIERSOORT DIE OVEREENKOMT MET HET PAPIER DAT U GEBRUIKT
V
ERWIJDER DE PRINTERSOFTWARE EN INSTALLEER DEZE OPNIEUW
V
ERHOOG DE VERWERKINGSSNELHEID VAN DE COMPUTER
•
Sluit alle toepassingen die u niet gebruikt.
•
Gebruik minder afbeeldingen of kleinere afbeeldingen in het document.
B
REID HET GEHEUGEN VAN DE COMPUTER UIT
Mogelijk moet u het RAM-geheugen van de computer uitbreiden.
Computer wordt trager tijdens het afdrukken
Als u met de controlelijst Voordat u problemen gaat oplossen het probleem niet kunt oplossen, kunt u een van de
volgende oplossingen controleren:
C
USB-
ONTROLEER DE
Als de computer met een USB-kabel is aangesloten op de printer, moet u een andere USB-kabel proberen.
V
ERNIEUW DE NETWERKVERBINDINGEN
1
Als de computer is verbonden met een draadloos of Ethernet-netwerk, moet u het toegangspunt (draadloze
router) uitschakelen en weer inschakelen.
2
Wacht een minuut tot de printer en computer de verbinding hebben hersteld.
S
LUIT ALLE TOEPASSINGEN DIE U NIET GEBRUIKT
Sluit tijdelijk de toepassing die u niet gebruikt of beëindig de processen die veel computergeheugen vereisten.
VERBINDING TUSSEN DE PRINTER EN DE COMPUTER
148