Bij een niet goed gesloten bestuur‐
dersportier werkt de centrale vergren‐
deling niet.
Houd e nogmaals ingedrukt om de
softtop en de ruiten te sluiten 3 31.
Centrale vergrendelingsknoppen
Beide portieren, de bagageruimte en
de tankvulklep worden vanuit de
passagiersruimte vergrendeld of
ontgrendeld.
Druk op e om te vergrendelen.
Druk op c om te ontgrendelen.
Storing in handzendersysteem
Ontgrendelen
Bestuurdersportier handmatig
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien. Schakel het contact in
en druk op de centrale vergrende‐
lingsknop c om het passagiersportier,
de bagageruimte en de tankvulklep te
ontgrendelen.
Als u het contact inschakelt, wordt het
vergrendelingssysteem uitgescha‐
keld.
Sleutels, portieren en ruiten
Vergrendelen
Bestuurdersportier handmatig
vergrendelen door de sleutel in het
slot te draaien.
Storing in centrale vergrendeling
Ontgrendelen
Bestuurdersportier handmatig
ontgrendelen door de sleutel in het
slot te draaien. U kunt het passagiers‐
portier openen door tweemaal aan de
binnenste portiergreep te trekken. U
kunt de bagageruimte en de tankvul‐
klep niet openen.
Schakel het contact in om het
vergrendelingssysteem te deactive‐
ren 3 26.
Vergrendelen
Druk op de binnenste vergrendelknop
van het passagiersportier. Daarna
bestuurdersportier sluiten en van de
buitenkant met de sleutel vergrende‐
len. Tankvulklep en achterklep
kunnen niet worden vergrendeld.
Softtop handmatig sluiten
3 34.
23