Montage
Montage brander
Ø a (mm)
Ø b (mm)
c
250
300 bis 400 M12
5
4
6
38
Montage branderkop
• Bereid de branderplaat/keteldeur
voor volgens de tekening hiernaast.
• Binnendiameter Ø 250 mm
vastleggen.
• Voor de bevestiging van de
branderkopflens zijn 4 boringen M12
(diameter 300-400 mm) volgens de
tekening hiernaast noodzakelijk.
• Steunbouten M12 in de
branderplaat/keteldeur schroeven en
de isolatielaag op zijn plaats leggen.
Bij een steek < 400 mm
voorgestanste sleufgaten op de juiste
d
maat uitsnijden.
45°
Inbouwdiepte van de branderbuis
en inmetselen
Bij warmtebronnen zonder gekoelde
voorwand is inmetselen 5 noodzakelijk,
voor zover tenminste de fabrikant van
de ketel geen andere instructies geeft.
Het inmetselen mag de voorkant van
de vlambuis niet overlappen en moet
met minimaal 60° conisch toelopen.
De spleet tussende inmetseling en de
branderbuis moet met een elastisch,
niet brandbaar isolatiemateriaal 6
worden opgevuld. Bij ketels met
omkeerverbranding moet volgens
opgave van de ketelfabrikant een
minimale insteekdiepte A van de
branderbuis in acht worden genomen.
Montage branderhuis
Als het brandehuis onder de as van de
branderkop hangt, dan dient men als
volgt te werk te gaan.
• Branderhuis op de branderkop
bevestigen d.m.v. vaste (tegenover
de gasaansluiting) as F.
• Sluit de twee ontstekingskabels aan.
• Brander met as E sluiten.
• Beveiligingsbout D aandraaien.
Indien nodig kan het huis boven de
branderkopflens gemonteerd worden.
Andere standen van de branderbehuizing
zijn niet mogelijk
• Olieslangen op het filter aansluiten.
• Oliedrukleiding van de pomp op het
oliemagneetkleppenblok aansluiten.
• Olieslangen op lekkages controleren.
• Elektrische stekerverbinding tussen
hydraulisch blok en brander maken.
06/2011 - Art. Nr. 13 018 119C
• Branderkop met 4 zeskantmoeren
M12 bevestigen.
• De ruimte tussen de branderkamer
en de branderbuis opvullen met
vuurvast materiaal.
Let op:
de drukaflaatleiding van de
verbrandingskamer pF mag niet
verstopt zijn.