Slangen op het doseerapparaat
aansluiten
De verwarmde slang moet altijd vloeistof bevatten als
de voeding naar de slang is ingeschakeld. Schakel de
voeding naar een lege verwarmde slang nooit in.
Voeding op lege slangen kan schade aan de apparatuur
veroorzaken.
Rol de slang altijd volledig af en blaas alle lucht voor
elk gebruik eruit (dit is erg belangrijk). Als de lucht niet
uit de slang wordt afgevoerd, zal de warmteoverdracht
van de verwarmingsgeleider niet gelijkmatig zijn.
In het ergste geval kan de geleider beschadigd raken.
In dergelijke gevallen vervalt de garantie.
1.
Sluit de vloeistofslangen (FH) aan op het
vloeistofverdeelstuk van het doseerapparaat (G).
De rode vloeistofslang is voor verharder (component A,
ISO) en de blauwe vloeistofslang is voor hars
(component B, RES).
OPMERKING: Draai de slangen op de slangen met
een binnendiameter van 9,5 mm (3/8 inch) aan met:
• A-zijde met 19 N•m (14 ft-lb)
• B-zijde met 27 N•m (20 ft-lb).
OPMERKING: Zorg ervoor dat de slangfittingen van
het doseerapparaat af zijn gericht.
3B0022H
LET OP
LET OP
2.
Sluit de elektrische bedrading (EW) aan.
Draai de schroeven van de stekker vast.
OPMERKING: Draai de schroeven van de stekker
vast met 3-6 in-lb. Draai de schroeven van de stekker
niet te vast aan.
OPMERKING: Let er bij het aansluiten van de
elektrische draden op dat de rode draden op de
rode draden en de blauwe draden op de blauwe
draden worden aangesloten.
3.
Sluit de luchtslang (AH) aan.
4.
Controleer of alle apparatuur goed is geaard.
Zie Aarding, pagina 10.
RES
(blauw)
AH
EW
FH
Installatie
ISO
(rood)
EW
EW
FH
G
11