O N D E RH O U D
Vingerafdrukken of vuil op de lens van de
■
deurcamera kunnen een donker of onduidelijk beeld
tot gevolg hebben. Gebruik een zacht, vochtig
doekje om het oppervlak af en toe schoon te vegen.
Gebruik geen reinigingsmiddelen. Te ijverig of te
vaak schoonmaken, brengt krassen op het oppervlak
aan en produceert een onduidelijk beeld.
Installeer het huisstation op een plaats waar
■
geen gevaar voor regen, het binnendringen van
vloeistoffen of het morsen van vloeistoffen bestaat.
Geen regen of vocht in de deurcamera laten
■
binnendringen. Hierdoor kan het binnenwerk
worden beschadigd.
Vervang geen batterijen van de deurcamera bij nat
■
weer.
Demonteer geen systemen; de systemen zijn
■
uitgerust met precisiecomponenten die snel
beschadigen.
Laat het systeem niet vallen en stoot nergens tegen
■
aan met het systeem.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde of aanbevolen
■
voedingsbron.
Gebruik of berg de systemen niet in stoffige, vuile
■
ruimten op.
F O U T O PS PO RIN G
Het systeem werkt niet
Controleer of de deurcamera aangesloten is, zie
■
hieronder.
Controleer of het huisstation aangesloten is, zie
■
hieronder.
Verplaats het huisstation dichter bij het deurstation
■
om een beter signaal van de deurcamera te ontvangen.
Controleer of de nieuwe deurcamera in het
■
huisstation is geprogrammeerd – zie 'Systeemtest'
op pagina 3.
De deurcamera werkt niet.
Dit is het geval als het rode statuslampje op de
frontplaat niet gaat branden na het drukken op de bel.
Controleer of:
de batterijen naar behoren zijn geïnstalleerd.
■
de batterijen nieuw zijn en of het alkalinebatterijen
■
zijn.
de trafo op het spanningsnet is aangesloten en
■
ingeschakeld is, als het systeem van stroom wordt
voorzien door een trafo.
de aansluitkabel van de trafo beschadigd is.
■
de twee draden van de aansluitkabel van de trafo
■
contact maken met de aansluitklemmen van het
systeem en de trafo.
Het huisstation werkt niet.
Het aan/uit indicatielampje op de frontplaat van het
huisstation brandt niet. Controleer of:
de stroomkabel op het huisstation is aangesloten.
■
de stekker van de stroomkabel in het stopcontact zit
■
en of de stroom is ingeschakeld.
de stekker van de stroomkabel goed in het
■
stopcontact zit.
de juiste voedingsbron wordt gebruikt..
■
Het huisstation geeft uitsluitend zwart/wit
beelden weer.
Het lichtniveau van de deurcamera is erg laag.
■
De lichtsensor onder de deurcamera is verduisterd,
■
bevindt zich te dichtbij een ander voorwerp of is op
een zwart oppervlak gericht.
Het signaal is slecht of er treedt een
storing op.
Het huisstation staat op een plaats waar het geen
■
signaal ontvangt. Draai of verplaats het huisstation
50 cm en probeer opnieuw. Mensen die dichtbij het
huisstation lopen kunnen de ontvangstkwaliteit ook
tijdelijk beïnvloeden.
Controleer of het huisstation binnen het bereik van
■
de deurcamera is gemonteerd, ongeveer 30-40 meter
in een standaardgebouw. Verplaats het huisstation
dichterbij en controleer of het beeld beter wordt. Als
het beeld hierdoor niet beter wordt dan is er storing
dichtbij op het videokanaal. Open de deurcamera
en verander de videoschakelaar van kanaal 1 naar 3
bijvoorbeeld.
Als het systeem meer dan één videozender
■
(deurcamera of andere onderdelen) omvat, dan moet
de schakelaar van de videokanalen van elk systeem
op een ander kanaal worden omgezet.
Het kan zijn dat een magnetron tussen de
■
deurcamera en het huisstation wordt gebruikt.
Verplaats de magnetronoven of zet de oven uit.
Computers en andere IT-apparaten kunnen signalen
■
sturen en de beeldkwaliteit beïnvloeden. Verplaats
het huisstation (tenminste 1 meter) van deze
systemen als dit een probleem is.
Het huisstation laat een gongtoon horen
gevolgd door een pieptoon.
Dit geeft aan dat de batterijen in de deurcamera bijna
leeg zijn. Vervang de batterijen van de deurcamera.
Een pieptoon weerklinkt gedurende 30 s.
Dit alarm wordt door de alarmschakelaar geactiveerd
en geeft aan dat iemand de frontplaat losschroeft en
de deurcamera probeert te verwijderen. Controleer
onmiddellijk buiten.
Het signaal gaat ook af als de schroeven die de
frontplaat van de deurcamera op de muurplaat
bevestigen, niet volledig zijn vastgedraaid.
Druk op een willekeurige toets op het huisstation om
het alarm uit te schakelen.
N-9