8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de
glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten
niet in de vaatwasser.
Als de reiniging is voltooid, installeert u de
glasplaten en de ovendeur.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (A en B) weer in de
juiste volgorde terugplaatst. Controleer de zijkant
van het glazen paneel op het symbool / de print.
Ieder glazen paneel is anders om het uit elkaar
halen en in elkaar zetten eenvoudiger te maken.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt de
rand van de deur.
A
B
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
24
Zorg ervoor dat u het middelste ruitje correct in de
uitsparingen plaatst.
HET LAMPJE VERVANGEN
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
oplossing
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
A
B