3
Draaiknop
Werking bij menu's en dialoogvensters:
•
Draai om in menu's en dialoogvensters omhoog of
omlaag te navigeren
•
Draai om een waarde aan te passen
•
Druk in om een optie in het menu te selecteren en het
volgende menuniveau te openen
In de FU-modus:
•
Draai om de roerhoek in te stellen
In de AUTO-, Geen drift- of Wind-modus:
•
Draai om de ware koers, de grondkoers of de windhoek
aan te passen
4
Knop MODE
Druk in om de moduslijst te openen
5
Knop AUTO
Druk in om de stuurautomaat op de AUTO-modus te zetten
De stuurautomaatpagina
De inhoud van de stuurautomaatpagina varieert afhankelijk van de
actieve modus. Alle modi bevatten:
•
Reactiemodus (AC12N/AC42N/SG05) / Profielmodus (NAC-2/
NAC-3) (A)
•
Koersindicator, analoog en digitaal (B)
•
Indicator voor de stuurautomaatmodus (C)
•
Roerindicator, analoog en digitaal (D)
Raadpleeg voor meer informatie de beschrijvingen van de
afzonderlijke modi en "Termen en afkortingen" op pagina 58.
Inleiding
| AP44 Gebruikershandleiding
11