Veiligheidsinformatie
aarding van de wasmachine. Alle aansluitingen
voor water, afvoer, elektrische stroom en aarding
moeten voldoen aan plaatselijke voorschriften
en, waar vereist, door erkend personeel worden
aangebracht. Er wordt aangeraden om de
machine door een bevoegde technicus te laten
installeren.
3. Installeer de wasmachine niet of sla hem niet op
een plaats op waar hij wordt blootgesteld aan
water en/of het weer.
4. Voorkom brand en ontploffing: houd het gebied
rond de machine vrij van brandbare en
ontvlambare producten. Voeg stoffen of textiel
die sporen van de volgende stoffen bevatten, niet
toe aan het waswater: benzine, petroleum, was,
slaolie, plantaardige oliën, machine-oliën,
oplosmiddelen voor chemisch reinigen,
brandbare chemicaliën, verdunningsmiddelen of
andere brandbare of ontplofbare stoffen. Deze
stoffen geven dampen af die kunnen ontbranden,
ontploffen of de stof vanzelf doen vlamvatten.
5. Onder bepaalde omstandigheden kan
waterstofgas in een heetwatersysteem worden
geproduceerd dat twee weken of langer niet is
gebruikt. WATERSTOFGAS IS
ONTPLOFBAAR. Draai alle warmwaterkranen
open en laat er gedurende enkele minuten water
uit stromen als het heetwatersysteem minstens
twee weken niet is gebruikt, voordat u de
wasmachine of de combinatie was-droogmachine
gebruikt. Hierdoor wordt opgebouwd
waterstofgas verwijderd. Het gas is brandbaar;
rook niet en gebruik geen open vlam gedurende
deze tijd.
6. Verminder het risico op elektrische schok of
brandgevaar: gebruik GEEN verlengsnoer of
adapter om de wasmachine op de elektrische
voedingsbron aan te sluiten.
7. Laat kinderen niet op of in de wasmachine
spelen. Kinderen dienen nauw in het oog te
worden gehouden wanneer de wasmachine
dichtbij kinderen wordt gebruikt. Dit apparaat is
niet bedoeld voor gebruik zonder toezicht door
jonge kinderen of zwakke personen. Er moet
toezicht op jonge kinderen worden gehouden om
te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen.
Dit is een veiligheidsregel voor alle apparaten.
8. Reik en/of klim NIET in de kuip of op de
wasmachine, VOORAL als de wastromnmel
draait. Dit is een naderende gevaarlijke situatie
die, indien deze niet wordt vermeden, ernstig of
dodelijk letsel veroorzaakt.
9. Bedien de wasmachine nooit met verwijderde of
gebroken afschermingen, panelen en/of
onderdelen. Overbrug veiligheidsvoorzieningen
NIET en knoei NIET met de
bedieningselementen.
10. Gebruik de wasmachine alleen voor het beoogde
doel, namelijk het wassen van textiel. Was nooit
machine- of automobielonderdelen in de
4
© Copyright, Alliance Laundry Systems LLC – DO NOT COPY or TRANSMIT
machine. Dit kan ernstige schade aan de trommel
of kuip veroorzaken.
11. Gebruik uitsluitend weinig/niet schuimend,
commercieel wasmiddel. Wees u ervan bewust
dat gevaarlijke chemicaliën aanwezig kunnen
zijn. Draag hand- en oogbescherming tijdens het
toevoegen van wasmiddelen en chemicaliën.
Altijd de voorschriften van de fabrikant lezen en
opvolgen die op de verpakkingen van was en
reinigingsmiddelen staan vermeld. Neem alle
waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in
acht. Houd ter vermindering van vergiftiging of
chemische branden deze stoffen te allen tijde
buiten het bereik van kinderen (bij voorkeur in
een afgesloten kast).
12. Gebruik geen wasverzachters of producten om
statische elektriciteit te verwijderen, tenzij dit
door de fabrikant van de wasverzachter of het
product wordt aanbevolen.
13. Volg altijd de was- en droogvoorschriften die
door de textielfabrikant worden verschaft.
14. De laaddeur MOET altijd GESLOTEN ZIJN
wanneer de wasmachine zich vult, draait of
centrifugeert. Overbrug de schakelaar van de
laaddeur NIET door de wasmachine met de
laaddeur open te laten draaien. Probeer de deur
pas te openen als de wasmachine leeggelopen is
en alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen.
15. Wees u ervan bewust dat warm water wordt
gebruikt om de poederbak te spoelen. Open het
deksel van de poederbak niet terwijl de machine
draait.
16. Bevestig niets aan de pijpen van de poederbak;
indien van toepassing. De luchtopening moet in
stand worden gehouden.
17. Bedien de machine niet zonder dat de
waterhergebruikstop of het
waterhergebruiksysteem op zijn plaats zit, indien
van toepassing.
18. Zorg ervoor dat de wateraansluitingen een
afsluitkraan hebben en dat de aansluitingen van
de toevoerslangen goed vastzitten. SLUIT de
afsluitkranen aan het eind van elke wasdag.
19. Houd de wasmachine in goede staat. Het stoten
of laten vallen van de wasmachine kan
veiligheidsvoorzieningen beschadigen. Mocht dit
gebeuren, laat de wasmachine dan door een
bevoegde servicepersoon nakijken.
20. GEVAAR: Alvorens de machine te inspecteren
of er onderhoud aan uit te voeren, moet de
elektrische voeding UITGESCHAKELD
worden. De monteur moet minstens 10 minuten
wachten nadat de stroom UITGESCHAKELD is
en moet met een spanningsmeter op restspanning
controleren. Er blijft enige tijd na het UIT zetten
nog hoogspanning op de omvormer staan. Dit is
een naderende gevaarlijke situatie die, indien
deze niet wordt vermeden, ernstig of dodelijk
letsel veroorzaakt. Controleer of tussen de + en -
D1514DU