4.
Het kabel kan vervolgens via de kabelgeleider
van de trommel worden uitgerold door direct
met het uiteinde van het kabel naar de
trekken boomstam te
Wanneer de trein wordt onderbroken, stopt
het rollen.
5.
Nadat je het kabel aan de boomstam hebt
bevestigd, ga je terug naar de lier en ontgrendel
je de bedieningshendel.
Het kabel kan ook worden uitgerold als u de
bedieningshendel langzaam naar beneden
duwt (e.B. bij het instellen van de boomstam op
de bodeplaat).
Wikkel het trekkabel af
GEVAAR!
Als het kabel scheurt onder belasting, kan het
hevig slingeren. Blijf niet in de gevarenzone en
zorg ervoor dat anderen niet in gevaar komen. Ga
zijwaarts staan
onder een hoek van 90° ten
opzichte van de Winde.
te
gaan
. (Fig. 4)
4. Trek trekkabel omhoog
5. De kabel kan alleen worden opgerold als de
is
veiligheidshendel
de bedieningshendel niet
geduwd. (Fig.1)
6. Na
het
ontgrendelen
bedieningshendel omhoog, wordt het kabel
naar binnen getrokken en
of optillen van de boomstam. (Fig. 2)
7. De invoersnelheid van het kabel hangt af
het
bedieningshendel
pad van de
weergegeven
in figuur 3, en varieert ook door
de trekbelasting.
Als de automatische trekkabelretour wordt
onderbroken door het loslaten van de
bedieningshendel, stopt het kabel en houdt
het de lading vast.
omhoog
Trek trekkabel
GEVAAR!
het
Ga niet in
werkgebied van
tussen de houtklover en de getrokken lading!
kan
ontgrendeld. Anders
omhoog
worden
drukt
u
de
begint
het trekken
van
, zoals
de
lier staan en
32