Inhoudsopgave
Advertenties
8.3
Kalibratie op afstand
Fig. 15
PrimaX met CalGard
De CalGard roestvast stalen adapter voor kalibratie op afstand biedt betrouwbare bediening van op
afstand geplaatste gasdetectors die onder zware omgevingsomstandigheden moeten werken. Daar-
naast is met de CalGard verificatie op afstand ("bumptest") of instrumentkalibratie mogelijk van gassen
verderop opgesomd in dit hoofdstuk via een slangaansluiting bij windsnelheden tot 6 m/s.
Onder normale meetomstandigheden passeert de omgevingslucht door de luchtopeningen in de kali-
brator op afstand direct naar de sensor (diffusiewerking). Tijdens een bumptest of instrumentkalibratie
wordt testgas toegevoerd aan de sensor via een slangaansluiting onder aan de CalGard. Een geïnte-
greerd mechanisme voorkomt verdunning en verspreiding van testgas die anders worden veroorzaakt
door externe invloeden zoals wind. Daardoor reageert de sensor snel op het toegevoerde testgas.
Zodra de kalibratie voltooid is, gaat de luchtinlaat weer open waardoor de omgevingslucht weer wordt
bewaakt op gassen zonder tussenkomst van de gebruiker.
Installatie
Voor een correcte werking moeten PrimaX en CalGard in een verticale positie worden gebruikt (slan-
gaansluiting wijst omlaag). De CalGard adapter voor kalibratie op afstand kan aan de sensor worden
bevestigd door deze op de schroefdraad van de detector te schroeven.
Het leidingaansluitstuk wordt aangepast voor buizen met een inwendige diameter van
5 mm.
De slang moet in het algemeen zo kort mogelijk zijn om:
•
het gasvolume dat nodig is om door de leiding te stromen tot een minimum te beperken
•
externe invloeden te verminderen (bijv. temperatuurverandering, druk, enz.)
•
doorlooptijd tot een minimum terug te brengen
Slangmateriaal moet worden aangepast aan het toegevoerde testgas, mag geen absorberende of adsor-
berende eigenschappen hebben en moet gemaakt zijn van inert materiaal zoals teflon of polyethyleen.
Bij gebruik van de CalGard in een gevaarlijke omgeving moet een geleidende slang worden gebruikt.
Het vrije uiteinde van de testgasleiding moet afgesloten worden als er geen testgas wordt toegevoerd.
Dit wordt gedaan om te voorkomen dat gas of lucht door de leiding naar de sensor stroomt waardoor
het meten wordt vertekend of, bij omgekeerde druktoestand, de omgevingslucht uit de sensor ontsnapt
bij het vrije uiteinde van de leiding.
PrimaX
Accessoires
NL
49
Advertenties
Inhoudsopgave
