Aansluiting HART-module, alleen voor tijdelijke aansluiting van een intrinsiek
Optie:
veilige HART veldcommunicator
≤ 200 mW, U
P
o
≤ 5 mW, U
P
i
Relais: schakelspanning = 30 VDC; schakelstroom = 2 ADC
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik
•
Open het instrument niet wanneer er stroom op staat.
•
Installatievoorwaarden volgens EN 60079-31 moeten in acht worden genomen voor toepassing
onder stoffige omstandigheden.
•
Men dient intensieve elektrostatische ladingen op het label van het instrument te vermijden.
•
De aansluitbreedtes van de vlambestendige aansluiting van dit toestel zijn voor bepaalde delen
langer, en openingen zijn in delen korter dan de waarden van tabel 2 van EN 60079-1:2014.
Neem voor onderhoud of reparatie contact op met de fabrikant.
Bij gebruik van de
PrimaX
temperatuurklasse T6/T85°C, omgevingstemperatuurbereik -40°C ≤ Ta ≤ +40°C of met temperatuur-
klasse T4/T130°C, omgevingstemperatuurbereik -40°C ≤ Ta ≤ +70°C
Bij gebruik van de
PrimaX
met temperatuurklasse T4/T130°C, omgevingstemperatuurbereik -40°C ≤ Ta ≤ +70°C
Vermijd elektrostatische lading op de tijdelijk gebruikte kalibratiedop wanneer deze voor kalibratie
wordt gebruikt.
Kabelwartel
•
M25 x 1,5; aanhaalmoment 8 -12 Nm; alleen ATEX gecertificeerde versies voor gas en stof mogen
worden gebruikt.
•
NPT ¾"- 14; klem met dubbele laag PTFE-tape of volgens de instructies van de NPT-fabrikant;
wanneer de draad wordt verwijderd moet na het plaatsen een nieuwe PTFE-tape worden aange-
bracht; alleen ATEX gecertificeerde versies voor gas en stof mogen worden gebruikt.
De HART-interface is behoudens dit typegoedkeuringscertificaat ten behoeve van onderhoud en para-
metrisering.
Wanneer de HART-/ relaismodule wordt gebruikt, moet het alarm vergrendelend worden geconfigu-
reerd.
Als een toestel met een brandbaar gas sensor wordt blootgesteld aan trillingen, zal kalibratie in
voldoende korte tussenpozen plaatsvinden, totdat is geconstateerd dat het toestel niet werd beïnvloed
door de trillingen.
Na blootstelling van een gas buiten het meetbereik, moet de sensor onmiddellijk worden gekalibreerd/
afgesteld, ongeacht het ingestelde kalibratie-interval. In het geval van een afstelling moet de gevoelig-
heid van de sensor na 24 uur opnieuw worden gecontroleerd.
Melding kwaliteitsborging:
Bouwjaar:
Serienummer:
≤ 2,7 V, I
≤ 137 mA, L
o
0
≤ 5 V, I
≤ 1 mA, L
i
i
Ex-sensor, is het complete toesteltype
Ox-Tox-Sensor, is het complete toesteltype
0158
zie label
zie label
PrimaX
≤ 10 µH, C
≤ 1 nF
o
o
= 0, C
= 0
i
i
PrimaX P
in overeenstemming met
PrimaX P
Goedkeuringen
in overeenstemming
NL
39