Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bevestigingen; Luchtleiding; Vloeistofaanzuigleiding; Vloeistofuitlaatleiding - VERDER VERDERAIR VA 50 Instructies

Luchtgedreven membraan
Verberg thumbnails Zie ook voor VERDERAIR VA 50:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

Bevestigingen

Voorzichtig
De lucht die uit de pomp stroomt, kan verontreinigende
stoffen bevatten. Ventileer naar een afgelegen plaats indien
verontreiniging de vloeistoftoevoer kan beïnvloeden.
Zie Luchtuitlaatventilatie op pagina 9.
1.
Zorg ervoor dat het oppervlak waarop de pomp wordt
gemonteerd stevig genoeg is om het gewicht van de pomp,
slangen en accessoires te dragen, alsook de mechanische
belasting die tijdens het gebruik van de pomp ontstaat.
2.
Bij elk soort bevestiging moet de pomp rechtstreeks op
het bevestigingsoppervlak vastgemaakt worden met
bouten.
3.
Bevestig de pomp zodanig dat het luchtklepdeksel (2),
de luchtinlaat en de vloeistofinlaat− en −uitlaatpoorten
goed bereikbaar zijn, zodat gebruik en onderhoud
eenvoudig zijn.
4.
Een rubber trillingdempersset 819.4332 is verkrijgbaar
voor minder lawaai en trillingen bij het gebruik.

Luchtleiding

Waarschuwing
Een zelfontlastende hoofdluchtkraan (B) laat lucht
ontsnappen die opgesloten zit tussen deze kraan en de
pomp. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts aan het
lopen brengen, wat kan resulteren in ernstig lichamelijk
letsel, zoals door vloeistof die in de ogen spat,
verwondingen door bewegende delen of verontreiniging
door gevaarlijke vloeistoffen. Zie Fig. 2.
1.
Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals aangegeven
in Fig. 2. Monteer deze accessoires aan de muur of aan
een muurbeugel. Controleer of de luchtleiding die de
accessoires voedt, degelijk geaard is.
a.
Installeer een luchtregelaar (C) met manometer om
de vloeistofdruk te regelen. De vloeistofdruk aan de
uitlaat is hetzelfde als de ingestelde luchtdruk aan
de luchtregelaar.
b.
Plaats de ene zelfontlastende hoofdluchtkraan (B)
dicht bij de pomp en gebruik hem om opgesloten
lucht te laten ontsnappen. Zie de Waarschuwing
hierboven. Voorzie eveneens een zelfontlastende
hoofdluchtkraan (E) stroomopwaarts van alle
luchtleidingsaccessoires en gebruik die om de
accessoires af te sluiten tijdens werkzaamheden
voor schoonmaak en reparatie.
c.
Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk vuil en
vocht uit de aangevoerde perslucht.
6
819.0378Y
2.
Monteer een geaarde, buigbare luchtslang (A) tussen de
toebehoren en de 1/2 bspt luchtinlaat (N) van de pomp.
Zie Fig. 2. Gebruik een luchtslang met een
binnendiameter van minstens 13 mm. Monteer een
snelkoppeling (D) op het eind van de luchtslang (A) en
schroef de bijpassende nippel goed in de luchtinlaat van
de pomp. Plaats de koppeling (D) nog niet op nippel,
totdat u klaar bent om de pomp te gaan gebruiken.

Vloeistofaanzuigleiding

1.
Gebruik geaarde vloeistofslangen (G). De
vloeistofinlaat van de pomp (R) is 2 inch bspt. Op de
pompen 810.0199, 810.0200, 810.0201 en 810.0202,
is de vloeistofinlaat van de pomp 2 inch npt. Schroef
de vloeistoffitting stevig in de pompinlaat.
2.
Als de inlaatdruk naar de pomp meer dan 25 procent
van de uitgaande werkdruk bedraagt, komen de
terugslagkleppen niet snel genoeg op de zittingen, wat
een inefficiënte werking van de pomp tot gevolg heeft.
3.
Een inlaatdruk van de vloeistof van meer dan 1,05 bar
verkort de levensduur van de membranen.
4.
Zie de Technische Gegevens op pagina 31 voor de
maximale aanzuighoogte (nat en droog).

Vloeistofuitlaatleiding

Waarschuwing
Er moet een vloeistofafvoerventiel (J) in uw systeem zijn
aangebracht om de druk te ontlasten als de slang dicht zit.
Het afvoerventiel vermindert het risico op ernstige
verwonding, zoals door vloeistofspatten in de ogen of op de
huid, of verontreiniging met gevaarlijke vloeistof bij het
ontlasten van de druk. Plaats het ventiel dicht bij de
vloeistofuitlaat van de pomp. Zie Fig. 2.
1.
Gebruik geaarde vloeistofslangen (L). De
vloeistofuitlaat van de pomp (S) is 2 inch bspt. Op
pompen 810.0199, 810.0200, 810.0201 en 810.0202,
is de vloeistofuitlaat van de pomp 2 inch npt. Schroef de
vloeistoffitting stevig in de
pompuitlaat.
2.
Installeer een vloeistofafvoerventiel (J) bij de
vloeistofuitlaat. Zie de Waarschuwing hierboven.
3.
Installeer een afsluitventiel (K) in de
vloeistofuitlaatleiding.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave