Onderhoud
Smalle uiteinde eerst insteken.
1
2
Smeren.
{H
15
17
2
Fig. 8
De afgeronde zijde moet omlaag gericht zijn
1
(alleen bij modellen met een aluminium
middenbehuizing).
2
Draai schroeven aan tot ze
onder uit de behuizing steken.
Fig. 9
Breng aan met lippen gericht naar
3
smalle uiteinde van zuiger (11).
Brede uiteinde eerste insteken.
4
{H
10
2
3
11
4
12
16
1
03946B
3
2
{H
8
9†
1
03947
Opnieuw in elkaar steken
1.
Als de lagers (12, 15) verwijderd waren, monteer dan
nu nieuwe zoals toegelicht op pagina 20. Zet het
vloeistofgedeelte weer in elkaar.
2.
Plaats bij modellen met aluminium middenbehuizing de
afdichting (9†) van de ventielplaat in de uitsparing onderin
de klepholte. De afgeronde kant van de afdichting moet
naar beneden in de groef zijn gericht. Zie Fig. 9.
3.
Plaats de ventielplaat (8H) in de holte. De plaat bij
modellen met aluminium middenbehuizing is
omkeerbaar, dus het maakt niet uit welke kant omhoog
ligt. Zet de drie schroeven (3) vast met behulp van een
Torx (T20) schroevendraaier of een inbussleutel van
7 mm. Draai ze aan tot ze onder de behuizing uitsteken.
Zie Fig. 9.
4.
Breng een O−ring aan (17†H) op elk van de regelpennen
(16). Vet de pennen en O−ringen in. Steek de pennen in
de lagers (15), met het smalle eind eerst. Zie Fig. 8.
5.
Breng een U−vormige pakking (10{H) aan op elke
aandrijvingszuiger (11), zodanig dat de lippen van de
pakkingen naar het smalle einde van de zuiger gericht
zijn. Zie Fig. 8.
6.
Smeer de U−vormige pakkingen (10{H) en
aandrijvingsstangen (11). Steek de aandrijvingszuiger in
de lagers (12), met de brede kant eerst. Laat het smalle
einde van de zuigers uitsteken bloot. Zie Fig. 8.
7.
Vet de onderzijde van het stuurblok (18{H) in en plaats
dat zo dat de nokken in de groeven aan de uiteinden van
de stuurpennen (16) vallen. Zie Fig. 7.
8.
Smeer de O−ring (6{H) in en plaats die in het
ventielblok (7{H). Duw de blok op de ventielhouder (5).
Vet de onderzijde van het ventielblok in. Zie Fig. 7.
9.
Plaat de ventielhouder (5) zodat de uitstulpingen in de
groeven in de uiteinden van de drijfstangen (11) klikken.
Zie Fig. 7.
10. Plaats de ventielpakking (4{H) en het deksel (2) met de
zes gaten in de middenbehuizing (1). Zet ze met zes
schroeven (3) vast met behulp van een Torx (T20)
schroevendraaier of een inbussleutel van 7 mm. Draai
aan tot 5,6−6,8 NSm. Zie Fig. 6.
15
819.0378Y