Installatie
Algemene informatie
1.
De voorbeeldopstelling afgebeeld in Fig. 2 is slechts
bedoeld als voorbeeld voor het kiezen en installeren van
de systeemcomponenten. Neem contact op met de
VERDER−klantenservice voor hulp bij het samenstellen
van een systeem dat aan uw behoeften voldoet.
2.
Gebruik altijd originele VERDER−onderdelen en
−accessoires.
3.
Referentienummers en letters tussen haakjes in de tekst
komen overeen met de aanduidingen in de afbeeldingen
en de onderdelentekeningen op pagina's 25−26.
Waarschuwing
GEVAARLIJKE VLOEISTOFFEN
Om het risico te beperken op ernstig letsel,
spatten in de ogen of op de huid en het
morsen van vloeistof, mag een pomp die nog
onder druk staat nooit worden verplaatst of
opgetild. Als de pomp valt, zou dit een breuk kunnen
veroorzaken van het vloeistofgedeelte. Volg altijd de
Drukontlastingsprocedure op pagina 10 voordat u de
pomp verplaatst of optilt.
4.
De pomp is erg zwaar. Als verplaatsen nodig is, laat dan
twee mensen samen de pomp optillen door die bij het
uitlaatspruitstuk (50) vast te grijpen. Zie Fig. 3 op
pagina 8.
Schroeven vastdraaien vóór het eerste gebruik
Voordat de pomp voor het eerst gebruikt wordt, moeten alle
externe bevestigingsmiddelen worden gecontroleerd en
opnieuw worden aangedraaid. Zie Aandraaivolgorde op
pagina 29. Draai de bevestigingsmiddelen na de eerste
bedrijfsdag opnieuw aan. Hoewel het gebruik van de pomp
varieert, gaat men uit van de algemene richtlijn dat de
bevestigingsmiddelen elke twee maanden moeten worden
aangedraaid.
Aarding
Waarschuwing
BRAND− EN EXPLOSIEGEVAAR
Deze pomp moet geaard worden. De pomp
moet voor gebruik eerst geaard worden,
zoals hieronder beschreven. Lees ook de
rubriek BRAND− EN EXPLOSIEGEVAAR
op pagina 3.
Om het risico op vonken door statische elektriciteit te
verminderen, moet u de pomp en alle andere apparatuur die
gebruikt wordt, of zich in de nabijheid bevindt, aarden. Volg
de aardingsvoorschriften van de elektriciteitsmaatschappij
voor dergelijke apparatuur en omstandigheden.
De volgende onderdelen moeten allemaal geaard zijn.
D Pomp: Verbind een aarddraad en aardklem zoals
weergegeven op Fig.1. Draai de borgmoer (W) los. Steek
een uiteinde van een aarddraad (Y) van minimaal 1,5 mm@
achter de borgmoer en draai de moer goed vast. Sluit
het klemuiteinde van de aarddraad aan op een echt
aardingspunt. U kunt een aarddraad en aardklem bestellen
met bestelnummer 819.0157.
W
Fig. 1
D Lucht− en vloeistofslangen: gebruik alleen geaarde slangen
met een maximale gecombineerde slanglengte van 150 m
om de continuïteit van de aarding te verzekeren.
D Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van de fabrikant.
D Alle vaten voor oplosmiddel die worden gebruikt bij het
spoelen conform de ter plekke geldende voorschriften.
Gebruik alleen metalen vaten, die zijn geleidend. Zet het
vat niet op een niet−geleidende ondergrond zoals papier
of karton, dit onderbreekt de continuïteit van de aarding.
D Vloeistoftoevoerhouder: volg de lokale voorschriften.
Y
02646B
5
819.0378Y