Het TrackPoint-aanwijsapparaat of de touchpad uitschakelen
Om het TrackPoint-aanwijsknopje of de touchpad uit te schakelen kunt u het volgende doen:
1. Ga naar het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav.
2. Als u het TrackPoint-aanwijsapparaat wilt uitschakelen, schakelt u het selectievakje TrackPoint
inschakelen uit. Om het touchpad uit te schakelen, schakelt u het selectievakje TouchPad inschakelen
uit.
3. Klik op OK.
Het UltraNav-pictogram toevoegen aan het systeemvak van Windows
Voor sneller toegang tot de eigenschappen van de UltraNav kunt u de weergave van UltraNav in het
Windows-systeemvak inschakelen.
Doe het volgende om het UltraNav-pictogram in het Windows-systeemvak te plaatsen:
1. Ga naar het configuratiescherm en klik op Hardware en geluid ➙ Muis ➙ UltraNav.
2. Selecteer het vakje UltraNav-pictogram weergeven in het systeemvak.
3. Klik op OK. U kunt nu de eigenschappen van het UltraNav-aanwijsapparaat aanpassen door op het
UltraNav-pictogram te klikken in het Windows-systeemvak.
Opmerking: Als u het pictogram UltraNav niet kunt zien, klikt u in het systeemvak van Windows op het
driehoekige pictogram om verborgen pictogrammen weer te geven.
Energiebeheer
Als u met uw computer wilt werken terwijl er geen stopcontact in de buurt is, bent u voor de voeding
van uw computer afhankelijk van de batterij. Verschillende componenten van de computer hebben een
verschillend stroomverbruik. Als u componenten met een hoog stroomverbruik vaker gebruikt, raakt de
batterij uiteraard sneller leeg.
Nagaan hoe vol de batterij is
Het batterijstatuspictogram in het systeemvak van Windows geeft het percentage resterende batterijstroom
aan.
De snelheid waarmee de batterijspanning terugloopt, bepaalt uiteindelijk hoe lang u de computer kunt
gebruiken voordat u de batterij weer moet opladen. Omdat iedere computergebruiker anders werkt en
andere eisen stelt, is het bijzonder moeilijk te voorspellen hoe lang een opgeladen batterij mee zal gaan. De
twee belangrijkste factoren zijn:
• De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint met werken.
• De manier waarop u uw computer gebruikt. Bijvoorbeeld:
– Hoe vaak gaat u naar het vaste-schijfstation.
– Hoe helder maakt u het computerscherm.
– Hoe vaak gebruikt u de functies voor draadloze communicatie.
Ga als volgt te werk om de gedetailleerde informatie over de batterijstatus te controleren:
• Windows 7: open het programma Power Manager en klik op het tabblad Batterij.
• Windows 8: open het programma Lenovo Support en klik op Batterijstatus of open het programma
Lenovo Settings en klik op Power.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
29