1
Ethernet-poort
3
Ventilatieopeningen
1
Ethernet-poort
Via de Ethernet-poort kunt u de computer aansluiten op een LAN.
GEVAAR
Om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt, dient u de telefoonkabel niet aan te sluiten op
de Ethernet-poort. U kunt op deze poort uitsluitend de Ethernet-kabel aansluiten.
De status van de netwerkaansluiting wordt aangegeven door twee lampjes. Het ene lampje bevindt zicht
rechts boven de aansluiting en het tweede links boven de aansluiting. Wanneer de computer is aangesloten
op een LAN en er een netwerksessie beschikbaar is, licht het lampje linksboven groen op. Tijdens
gegevensoverdracht knippert het lampje rechtsboven geel.
Opmerking: Als u de computer aansluit op een dockingstation of een port replicator, gebruik dan de
ethernet-aansluiting op het dockingstation of de port replicator om de verbinding tot een LAN tot stand
te brengen; niet die op de computer.
2
Aansluiting voor wisselstroomadapter
Sluit de netvoedingsadapter aan voor voeding naar de computer en om de batterij op te laden.
3
Ventilatieopeningen
De interne ventilator en de ventilatieopeningen laten lucht in de computer circuleren om onder andere
de hoofdprocessor te koelen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de luchtcirculatie wordt belemmerd, dient u geen obstakels voor de
opening te plaatsen.
Statuslampjes
Uw computer heeft systeemstatus- en energiestatuslampjes. De statuslampjes geven de actuele status
van de computer aan.
Systeemstatuslampjes
Uw computer is uitgerust met statuslampjes. De volgende afbeelding geeft overzicht van de lampjes, met
hun plaats en functie:
8
Handboek voor de gebruiker
2
Aansluiting voor wisselstroomadapter