7
7.6 Pompsturing in verbinding met een vastebrandstofketel
De regelaar heeft een toerentalregeling waarmee de pomp
continu aangestuurd wordt.
Inschakelvoorwaarden
1.) De min. temperatuur van de vastebrandstofketel moet
bereikt zijn.
Vaste br temp. meetwa. > Vaste br temp. minimum
2.) Bereikt de keteltemperatuur de buffervattemperatuur
(TPU), vermeerderd met het V V a a s s t t e e b b r r d d i i f f f f . . a a a a n n , dan
loopt de pomp met het kleinste toerental aan.
Vooropgesteld dat de voorwaarde 1 vervuld is.
Vaste br temp. meetwa. ≥ Buffer onder meetwa. + Vaste br diff. aan
pomp loopt met het kleinste toerental
3.) Bereikt de keteltemperatuur de buffervattemperatuur,
vermeerderd met de halve waarde van het V V a a s s t t e e b b r r
d d i i f f f f . . a a a a n n plus V V a a s s t t e e b b r r d d i i f f f f . . u u i i t t , dan wordt de
toerentalregeling vrijgegeven.
Vooropgesteld dat de voorwaarde 1 vervuld is.
Vaste br temp.meetwa.>
pomp wordt toerentalgestuurd
Uitschakelvoorwaarden
1.) De Vaste br temp. minimum daalt onder het
schakeldifferentieel van 3K.
Vaste br temp. meetwa. < Vaste br temp. minimum - schakeldifferentieel (3K)
2.) Onderschrijdt de actuele keteltemperatuur de actuele
buffervattemperatuur (TPU) vermeerderd met V V a a s s t t e e
b b r r d d i i f f f f . . u u i i t t , dan schakelt de pomp af.
Vaste br meetwa. < Buffer onder meetwa. + Vaste br diff. uit
pomp uit
Variante: 35...45, 48, 49, 57...59, 76
80
Buffer onder meetwa.+
-
of
Opmerking :
Is de functie V V a a s s t t e e b b r r t t e e m m p p . . s s t t i i j j g g i i n n g g geactiveerd
(waarde > 0), dan loopt de pomp reeds bij een
temperatuurstijging van 3K/min. met het kleinste
vermogen. Zelfs wanneer de ketelminimumtemperatuur
nog niet bereikt is en het V V a a s s t t e e b b r r d d i i f f f f . . u u i i t t
onderschreden is.
De functie V V a a s s t t e e b b r r t t e e m m p p . . s s t t i i j j g g i i n n g g kan enkel
geactiveerd worden in verbinding met een thermische
terugloopverhoging.
Opmerking :
Valt de actuele keteltemperatuur in de richting van de
nagestreefde keteltemperatuur, dan moduleert het
toerental binnen de ingestelde grenzen. Onder deze
grenzen loopt de pomp met het kleinste vermogen.
Door de continue aansturing komt het in het modulatie-
bereik tot een pulserende volumestroom, welke zich door
stromingsgeluiden resp. door het trillen van de soepele
leidingen bemerkbaar laat maken.
Vaste br diff. AAN + Vaste br diff. UIT
2