7.3 Storingsmelding
Met de aansluiting van een optische of akoestische sig-
naalgever aan de MFA-uitgang kan een storing van de in-
stallatie duidelijk herkenbaar uitgegeven worden. Bij de
MFA-uitgang gaat het over een potentiaalvrij contact dat
ook in een reeds bestaand systeem (bijv. gebouwbeheer-
systeem) kan worden geïntegreerd.
7.4 Bescherming tegen vastlopen van de pomp
Om het vastlopen van de aangesloten pompen te ver-
hinderen, worden de uitgangen X1:1 en X1:2 om de 12 uur
gedurende 35 sec. geactiveerd. De omschakelventielen
worden 15 sec. ''open'' en 20 sec. ''toe'' aangestuurd.
7.5 Referentiegrootte van de pomptoerentalregeling in verbinding met collectoren
De regelaar heeft een toerentalregeling waarmee de pomp
continu aangestuurd wordt.
De aansturing is afhankelijk van volgende factoren :
•
bij de temperatuur aan de referentievoeler (TSU,TSO,
TPU, TPO of TSB) wordt een vastgestelde verhoging
bijgeteld.
Is er een collector-vertrekvoeler (TKV) aangesloten, dan
wordt de waarde van deze laatste genomen in plaats
van de collectorvoeler (TKO).
De toerentalregeling tracht nu de collectortemperatuur
(TKO) resp. de vertrektemperatuur (TKV) op deze
waarde af te stemmen.
Vb. (met boiler)
De gewenste collectortemperatuur (TKO) verkrijgt
men uit :
Ingestelde verhoging
+
actuele boilertemperatuur:
=
ingestelde collectortemp.:
•
Valt de actuele collectortemperatuur (TKO) in de
richting van de gewenste collectortemperatuur, dan
moduleert het toerental binnen de aangegeven
grenzen.
De in- en uitschakelvoorwaarden voor de pomp kunnen
ingesteld worden (zie hfst. 6.3). Overschrijdt de collector-
temperatuur de boilertemperatuur met 7K (Boiler diff.
aan), dan wordt de pomp ingeschakeld, onderschrijdt de
collectortemperatuur de waarde van de ''boilertemperatuur
+ 4K'' (Boiler diff. uit) dan wordt de pomp
uitgeschakeld.
Opmerking
Door de continue aansturing komt het in
het modulatiebereik tot een pulserende
volumestroom, welke zich door
stromingsgeluiden resp. door het trillen
van de soepele leidingen bemerkbaar laat
maken.
Variante: 1...45, 50...84
15K
40°C
(TSU)
55°C
(TKO)
De instelling "Multi funct. uitgang" moet voor deze functie
op 9 ingesteld worden. Met deze instelling sluit het interne
relaiscontact van de regelaar in geval van storing. Met de
instelling 10 wordt de inverse functie uitgevoerd, d.w.z. het
relaiscontact opengaat in geval van storing.
Variante: 1...84
Variante: 1...84
Referentiewaarden voor de toerentalregeling:
•
Voeler TSU
15K
instelling "Boiler regel diff. "
•
Voeler TPU
15K
instelling "Buffer regel diff. "
•
Voeler TSB, TSO en TPO 15K Verhoging
instelling "Zwembad regel diff. "
•
Offset TKV
- 4K
Voorbeeld (met boiler en collector-vertrekvoeler)
De gewenste collector-vertrektemperatuur (TKV) verkrijgt
men uit :
Ingestelde verhoging:
–
Offset:
+
Actuele boilertemperatuur:
= Ingest. collector-vertrektemp.: 51°C
•
Valt de actuele collector-vertrektemperatuur (TKV) in de
richting van de nagestreefde collector-vertrek-
temperatuur, dan moduleert het toerental binnen de
aangegeven grenzen.
Opmerking Door het inzetten van een collector-
vertrekvoeler wordt rekening gehouden met
de leidingsverliezen.
Verhoging
Verhoging
(geen effect bij zwembad TSB)
15K
4K
vast ingesteld
40°C
(TSU)
(TKV)
7
79