1
Veiligheid
1.1
Algemene veiligheidsinstructies
1.1.1 Levensgevaar door
spanningsvoerende aansluitingen
Bij werkzaamheden in de schakelkast van
de CV-ketel bestaat levensgevaar door een
elektrische schok. Ook bij uitgeschakelde
aan/uit-schakelaar staat er nog spanning op
de netaansluitklemmen.
▶ Voor u werkzaamheden in de schakelkast
van de CV-ketel uitvoert, schakelt u de
hoofdschakelaar uit.
▶ Verbreek de verbinding van de CV-ketel
met het elektriciteitsnet door de stekker uit
de wandcontactdoos te trekken of de CV-
ketel via een scheidingsinrichting met een
contactopening van ten minste 3 mm (b.v.
zekeringen of contactverbrekers) span-
ningsvrij te maken.
▶ Controleer de CV-ketel op spanningsvrij-
heid.
▶ Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
▶ Open de schakelkast alleen wanneer de
CV-ketel niet meer onder spanning staat.
1.1.2 Levensgevaar door verontreinigd
drinkwater
Ter bescherming tegen infecties met de ziek-
teverwekkers legionellabacteriën is de ther-
mostaat met de functie legionellabeveiliging
uitgerust. Is de functie geactiveerd, wordt het
water in de boiler minstens een uur tot op
60 °C opgewarmd.
▶ Stel de functie legionellabeveiliging bij de
installatie van de thermostaat in.
▶ Leg aan de gebruiker uit hoe de legionella-
beveiliging functioneert.
1.1.3 Gevaar door verbrandingen met
heet drinkwater
Aan de tappunten voor warm water bestaat
bij een gewenste temperatuur van meer dan
60 °C verbrandingsgevaar. Kleine kinderen
en oudere mensen lopen zelfs bij lagere tem-
peraturen al risico's.
▶ Kies een gepaste gewenste temperatuur.
0020116707_03 calorMATIC 470 Installatiehandleiding
▶ Informeer de gebruiker over het verbran-
dingsgevaar als de functie legionellabevei-
liging ingeschakeld is.
1.1.4 Materiële schade door ongeschikte
opstellingsruimte
Als u de thermostaat in een vochtige ruimte
installeert, dan kan de elektronica door de
vochtigheid beschadigd worden.
▶ Installeer de thermostaat alleen in droge
ruimtes.
1.1.5 Gevaar door slechte werking
▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie zich in
een technisch perfecte staat bevindt.
▶ Zorg ervoor dat er geen veiligheids- en be-
wakingsinrichtingen verwijderd, overbrugd
of buiten werking gesteld zijn.
▶ Verhelp storingen en schade die de veilig-
heid belemmeren onmiddellijk.
▶ Installeer de thermostaat zodanig dat hij
niet door meubelen, gordijnen of andere
voorwerpen afgedekt wordt.
▶ Indien de thermostaat geactiveerd is, in-
formeer dan de gebruiker, dat in de kamer,
waarin de thermostaat is aangebracht, alle
radiatorkranen volledig geopend moeten
zijn.
▶ Gebruik de vrije klemmen van de toestel-
len niet als steunklemmen voor verdere
bekabeling.
▶ Leg aansluitleidingen met 230 V en voeler-
of busleidingen vanaf een lengte van 10 m
apart.
1.2
Vereisten aan de leidingen
▶ Gebruik voor de bedrading normale in de
handel verkrijgbare leidingen.
Minimale doorsnede
Aansluitleiding
230 V (pomp- of
mengeraansluitkabel)
Busleiding (laagspanning)
Voelerleiding (laagspanning)
Maximale leidinglengte
Voelerleidingen
Busleidingen
Veiligheid 1
≥ 1,5 mm²
≥ 0,75 mm²
≥ 0,75 mm²
≤ 50 m
≤ 300 m
3