8 Bedienings- en weergavefuncties
voertemperatuur altijd het maximum uit ingestelde aanvoer-
temperatuur en dauwpunt + offset.
8.2.20 Hybridemanager vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Hybridemanager
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, dan ver-
schijnt onder systeemconfiguratie een bijkomende lijstop-
tie.
Met deze functie kunt u vastleggen met welke hybridemana-
ger de verwarmingsinstallatie geregeld moet worden.
triVAI: de prijsgerichte hybridemanager zoekt de warmteop-
wekker op basis van de ingestelde tarieven in verhouding tot
de energiebehoefte.
Bivalentiep.: de bivalentiepunthybridemanager zoekt de
warmteopwekker op basis van de buitentemperatuur.
8.3
Systeemconfiguratie extra module
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, dan verschij-
nen onder Systeem Configuratie extra lijstopties voor de
functies van de extra module op het display.
8.3.1
Multifunctionele uitgang instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Extra
module ----] → Multifunctionele uitg.2
–
U kunt de multifunctionele uitgang 2 gebruiken om de
circulatiepomp, de ontvochtiger of de legionellapomp aan
te sturen.
Afhankelijk van het vastgelegde systeemschema is de multi-
functionele uitgang 2 met een enkele functie opgegeven of u
kunt een functie uit een selectie van twee of drie functies in-
stellen.
8.3.2
Multifunctionele ingang instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Extra
module ----] → Multifunctionele ing. 1
–
Als u de multifunctionele ingang 1 op Aanvr. pool instelt
(niet bij alle systeemschema's mogelijk), dan wordt het
CV-circuit 1 een zwembadcircuit. Als u de multifunctio-
nele ingang 1 op 1xcircul. instelt, dan kunt u de circula-
tiepomp door een druk op de toets eenmalig activeren.
8.3.3
Toestellen op aanvraag van de
energieleverancier deactiveren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Extra
module ----] → Energieleverancier
–
Met deze functie kan de energieleverancier een deactive-
ringssignaal versturen.
Het deactiveringssignaal heeft betrekking op de warmte-
pomp, de extra CV-ketel en de verwarmings- en koelfunc-
ties van de installatie. U kunt vastleggen welke toestellen en
functies de thermostaat bij een deactiveringssignaal deac-
tiveert. De vastgelegde toestellen en functies zijn gedeac-
tiveerd tot de energieleverancier het deactiveringssignaal
terugneemt.
12
8.3.4
Uitgangsvermogen van de extra CV-ketel
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Extra
module ----] → Uitg. extra verw.
–
Met deze functie kunt u de stand (max. uitgangsvermo-
gen) instellen waarmee de extra CV-ketel bij een warmte-
aanvraag mag werken.
U kunt de extra CV-ketel in drie verschillende standen (uit-
gangsvermogens) gebruiken.
8.4
Systeemconfiguratie warmteopwekker
Als een warmtepomp aangesloten is, dan verschijnt bijko-
mend Warmteopwekker 2 op het display.
Als in de padopgave de Warmteopwekker 1 en Warmteop-
wekker 2 vermeld worden, dan geldt de functiebeschrijving
voor beide warmteopwekkers. Als in de padopgave slechts
één warmteopwekker vermeld is, dan geldt de functiebe-
schrijving ook alleen voor de vermelde warmteopwekker.
8.4.1
Status van de warmteopwekker aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warmteopwekker 1 en evt. Warmteopwekker 2 ----] →
Status
–
Met deze functie kunt u de actuele status van de warm-
teopwekker (CV-ketel) aflezen: Uit, VerwarmenWarmw
(warmwaterbereiding) en Koelen.
8.4.2
Waarde van de temperatuurvoeler VF1
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warmteopwekker 1 en evt. Warmteopwekker 2 ----] →
VF1
–
Met deze functie kunt u de actuele waarde van de tempe-
ratuurvoeler VF1 aflezen.
8.4.3
Bivalentiepunt warm water instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie →
[Warmteopwekker 1 ----] → Bivalentiept. WW
–
Als een monoblokwarmptepomp aangesloten is, dan kunt
u de functie Bivalentiept. WW gebruiken.
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-ke-
tel de warmtepomp bij de opwekking van de vereiste energie
voor de warmwaterbereiding. Met deze functie stelt u in on-
der welke buitentemperatuur de extra CV-ketel vrijgegeven
is.
8.4.4
Temperatuur noodbedrijf instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie →
[Warmteopwekker 1 ----] → Temp. noodbedrijf
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, dan kunt
u de functie Temp. noodbedrijf gebruiken.
Bij een uitval van de monoblokwarmtepomp verwarmt de ex-
tra warmteopwekker de aanvoertemperatuur. Om hoge ver-
warmingskosten van de extra warmteopwekker te vermijden,
stelt u de aanvoertemperatuur laag in. De gebruiker merkt
een warmteverlies en herkent dat er een probleem aan de
monoblokwarmtepomp is.
Installatiehandleiding calorMATIC 470 0020116707_03