8.2.9
Temperatuurgrens voor continu verwarmen
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Continu verwarmen
–
Met deze functie lengt u de temperatuurwaarde vast.
Als de buitentemperatuur kleiner is dan of gelijk aan de vast-
gelegde temperatuurwaarde, dan regelt de thermostaat het
CV-circuit met de ingestelde dagtemperatuur en stooklijn ook
buiten de tijdsvensters.
Ingestelde dagtemperatuurwaarde ≤ AT: geen nachtverla-
ging of totale uitschakeling
8.2.10 Softwareversie aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Regelingen
–
Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display, de warmteopwekker en van de uitbreidingsmo-
dules aflezen.
8.2.11 Bedrijfstand configureren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → CV circuit kiezen
–
Met dezer functie kunt u vastleggen op welk(e) CV-cir-
cuit(s) de instelling van de modus en gewenste tempera-
tuur uit het gebruikersniveau moet werken.
Voorbeeld: er zijn twee CV-circuits aangesloten en u stelt
CV 1 in. Voor beide CV-circuits activeert u met de linker keu-
zetoets Menu → Standaard Instellingen → Bedrijfsmodus
de modus Autostand. Als de gebruiker nu met de rechter
keuzetoets Modus de modus op Dagstand zet, dan wordt
alleen voor CV 1 de modus veranderd. CV 2 wordt verder in
de modus Autostand gebruikt.
8.2.12 Adaptieve stooklijn activeren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Adaptieve stooklijn
–
Met deze functie kunt u een automatische stooklijn acti-
veren.
Als u deze functie met de instelwaarde Ja geactiveerd hebt,
dan stelt de thermostaat automatisch de stooklijn bij. De au-
tomatische aanpassing van de stooklijn gebeurt in kleine
stappen. Stel de stooklijn met de functie Stooklijn voor het
gebouw passend in, zodat de functie Adaptieve stooklijn
nog de fijne aanpassing moet uitvoeren. Hiervoor moet de
thermostaat in de woonruimte gemonteerd en moet de ther-
mostaatfunctie geactiveerd zijn.
8.2.13 Systeemschema vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Systeemschema
–
Met deze functie legt u het systeemschema vast.
Het vastgelegde systeemschema moet bij de ingebouwde
CV-installatie passen. In het hoofdstuk systeemschema's
vindt u de mogelijke systeemschema's.
8.2.14 Automatische koeling activeren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Autom. koeling
0020116707_03 calorMATIC 470 Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 8
–
Met deze functie activeert of deactiveert u de automati-
sche koeling.
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan schakelt de thermostaat automa-
tisch tussen verwarmings- en koelbedrijf om.
8.2.15 Bronregeneratie activeren
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Bronregeneratie
–
Als een warmtepomp aangesloten en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan kunt u de functie Bronrege-
neratie gebruiken.
Bij de geactiveerde functie Dagen buitenshuis schakelt de
thermostaat het verwarmen en koelen uit. Als u bijkomend
de functie Bronregeneratie activeert, dan schakelt de ther-
mostaat het koelen opnieuw in en zorgt deze ervoor dat de
warmte uit de woonruimte via de warmtepomp in de grond
teruggegeven wordt.
8.2.16 Gewenste aanvoertemperatuur van het
zwembad (pool) instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Aanvoertemp. gew. pool
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, dan kunt
u met deze functie de gewenste aanvoertemperatuur van
het zwembad instellen.
Als een warmtebehoefte van het zwembad voorhanden is,
dan stuurt de externe zwembadthermostaat een signaal naar
de multifunctionele ingang 1 en het zwembad wordt met de
ingestelde aanvoertemperatuur verwarmd.
8.2.17 Actuele kamerluchtvochtigheid aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Act. kamerluchtvochtigheid
–
Met deze functie kunt u de actuele kamerluchtvochtigheid
aflezen. De kamerluchtvochtigheidsvoeler is in de ther-
mostaat ingebouwd.
De functie is alleen geactiveerd als de thermostaat in de
woonruimte geïnstalleerd is.
8.2.18 Actueel dauwpunt aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Actueel dauwpunt
–
Met deze functie kunt u het actuele dauwpunt aflezen.
Het actuele dauwpunt wordt berekend uit de actuele kamer-
temperatuur en de actuele kamerluchtvochtigheid. De waar-
den voor de berekening van het actuele dauwpunt krijgt de
thermostaat van de kamertemperatuurvoeler en de kamer-
luchtvochtigheidsvoeler.
De functie is alleen geactiveerd als de thermostaat in de
woonruimte geïnstalleerd is.
8.2.19 Offset van het dauwpunt instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie [Sys-
teem ----] → Offset dauwpunt
–
Met deze functie kunt u de offset van het dauwpunt in-
stellen.
De offset is een veiligheidstoeslag die bij het dauwpunt op-
geteld wordt. De thermostaat kiest voor de berekende aan-
11