8 Bedienings- en weergavefuncties
8.6.2
Gewenste temperatuur voor boiler instellen
(gewenste temperatuur warm water)
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Boiler tenp. Instel.
–
Met deze functie kunt u de gewenste temperatuur voor
een aangesloten boiler Gewenste temperatuur warm
water) vastleggen. Stel aan de thermostaat de gewenste
temperatuur zo in dat de warmtebehoefte van de exploi-
tant net gedekt wordt.
Aan de CV-ketel moet de temperatuur voor de boiler op de
hoogste waarde ingesteld zijn.
8.6.3
Werkelijke temperatuur van de boiler
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Boiler temp.
–
Met deze functie kunt u de gemeten boilertemperatuur
aflezen.
8.6.4
Status van de boilerlaadpomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Boilerpomp
–
Met deze functie kunt u de status van de boilerlaadpomp
(aan, uit) aflezen.
8.6.5
Status van de circulatiepomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → CV-pomp
–
Met deze functie kunt u de status van de circulatiepomp
(aan, uit) aflezen.
8.6.6
Dag voor legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Legionella bev. Dag
–
Met deze functie kunt u vastleggen of de legionellabe-
veiligingsfunctie op een bepaalde dag of dagelijks uitge-
voerd wordt.
Als de legionellabeveiliging geactiveerd is, dan worden op
de vastgelegde dag of het vastgelegde blok van dagen de
betreffende boiler en de betreffende warmwaterleidingen tot
op een temperatuur van meer dan 60 °C opgewarmd. Hier-
voor wordt de waarde van de gewenste boilertemperatuur
automatisch tot 70 °C (met 5 K–hysterese) verhoogd. De cir-
culatiepomp wordt ingeschakeld.
De functie wordt automatisch beëindigd als de boilertempe-
ratuurvoeler langer dan 60 minuten een temperatuur > 60 °C
vaststelt of na het verstrijken van een tijd van 120 minuten
(om het "ophangen" in deze functie bij gelijktijdig tappen te
vermijden).
Fabrieksinstellling = uit betekent geen legionellabeveiliging
(wegens verbrandingsgevaar)!
Als Dagen Buitenshuis gepland werden, dan is de legio-
nellabeveiligingsfunctie gedurende deze dagen niet actief.
Deze functie wordt direct op de eerste dag na het verstrijken
van Dagen Buitenshuis geactiveerd en op de vastgelegde
weekdag op het vastgelegde blok van dagen op de vastge-
legde tijd uitgevoerd.
16
Voorbeeld: De legionellabeveiligingsfunctie moet wekelijks
op dinsdag om 08:00 uur uitgevoerd worden. De geplande
Dagen buitenshuis eindigen op zondag om 24:00 uur. De
legionellabeveiligingsfunctie wordt op maandag om 00:00
uur en op dinsdag om 08:00 uur uitgevoerd.
8.6.7
Tijd voor legionellabeveiligingsfunctie
vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Anti-legionella Tijd
–
Met deze functie kunt u de tijd voor de uitvoering van de
legionellabeveiliging vastleggen.
Bij het bereiken van de tijd op de vastgelegde dag start de
functie automatisch, indien niet Dagen Buitenshuis (vakan-
tie) gepland zijn.
8.6.8
Temperatuurverschil voor boilerlading
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Temp.versch. boilerl.
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, kunt u
met deze functie een temperatuurverschil voor de boiler-
lading instellen.
Voorbeeld: als de gewenste temperatuur op 55°C ingesteld
is en het temperatuurverschil voor de boilerlading op 10 K,
dan begint de boilerlading zodra de boilertemperatuur tot
45°C gedaald is.
8.6.9
Offset voor lading boiler vastleggen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Boiler opwarmen aan
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, dan kunt
u met deze functie een offsetwaarde ( K) voor de ge-
wenste temperatuur voor warm water vastleggen. De
boiler wordt dan met de temperatuur geladen die uit de
som van de gewenste temperatuur voor het warme water
en deze offsetwaarde ontstaat.
8.6.10 Maximale boilerlaadtijd instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Max. boilerlaadt.
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, kunt u
met deze functie de maximale boilerlaadtijd instellen,
waarin de boiler zonder onderbreking geladen wordt.
De instelling uit betekent dat er geen tijdsbesperking voor de
boilerlaadtijd is.
8.6.11 Wachttijd voor warmwaterbehoefte
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeem Configuratie
[Warm Water ----] → Wachttijd WW-behoefte
–
Als een monoblokwarmtepomp aangesloten is, kunt u
met deze functie en periode instellen waarin de boilerla-
ding geblokkeerd wordt.
Als de maximale boilerlaadtijd bereikt is, maar de gewenste
temperatuur van de aangesloten boiler nog niet bereikt is,
dan treedt de functie Wachttijd WW-behoefte in werking.
Installatiehandleiding calorMATIC 470 0020116707_03