Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrijfsmelding; Centrale Alarmering (Vergrendeling); Aansturing Externe Gasklep; Opties /Accessoires - REMEHA Gas 310 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 310 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.7.2 Bedrijfsmelding

De toepassing van de bedrijfsmelding maakt het moge-
lijk om de bedrijfsmeldingen 'ketel aan' en 'ketel hoog'
naar buiten te brengen.
De functie 'bedrijfsmelding ketel aan' wordt door een
relais geschakeld als de ketel in bedrijf komt. Via een
potentiaalvrij contact op de aansluitklemmen X27-6 en
X27-7 kan de melding worden doorgegeven.
De functie 'bedrijfsmelding ketel hoog' wordt door een
tweede relais geschakeld als de ketel de waarde van
parameter % (zie par. 11.6.6) overschrijdt. Via een
potentiaalvrij contact op de aansluitklemmen X27-4 en
X27-5 kan de melding worden doorgegeven. Wordt de
waarde onderschreden, dan schakelt het relais weer af.
Contactbelasting:
- Maximale spanning:
- Maximale stroom:

8.7.3 Centrale alarmering (vergrendeling)

als de ketel vergrendelt, wordt het eerste relais bekrach-
tigd en kan de alarmering via een potentiaalvrij contact
op de aansluitklemmen X27-2en X27-3 worden doorge-
meld.
Contactbelasting:
- Maximale spanning:
- Maximale stroom.:

8.7.4 Aansturing externe gasklep

Als er warmtevraag is, wordt het tweede relais gescha-
keld waardoor er op de klemmen X27-17 en X27-18 een
wisselspanning van 230 Volt beschikbaar komt voor het
aansturen van een externe gasklep. De spanning wordt
afgeschakeld op het moment dat het gasmultiblok op de
ketel sluit.
Contactbelasting:
Spanning externe gasklep
Maximale stroom

8.8 Opties /accessoires

8.8.1 Waterdruksensor

De waterdruksensor zorgt ervoor dat de ketel op blokke-
ring gaat (met blokkeringcode b ^@) bij het bereiken
van een minimale waterdruk (fabrieksinstelling 0,8 bar,
zie ook par. 11.6.12). De waterdruksensor dient te wor-
den aangesloten op de 5-pins contrastekker X22 bij de
24 Volt-klemmenstrook.
Door het tegelijkertijd indrukken van de s- en de e-
toets gedurende 2 seconden, wordt de aanwezigheid
van de waterdruksensor in de automaat vastgelegd.
230 Volt
1 Ampère.
230 Volt
1 Ampère.
: 230 Volt.
: 1 Ampère.

8.8.2 Gaslekschakelaar (VPS)

De gaslekcontrole controleert en stuurt de veiligheids-
afsluiters van het gasmultiblok door het zogenaamde
VPS- systeem. De test vindt plaats tijdens de voorspoel-
fase van de ketel, waardoor de voorspoeltijd enige tijd
wordt verlengd. Bij lekkage in het gasmultiblok zal de
ketel vergrendelen met storingscode 89.
De gaslekschakelaar dient te worden aangesloten op de
3-pins contrastekker X21 bij de 24 Volt-klemmenstrook.
De aanwezigheid van de gaslekcontrole dient m.b.v.
parameter J in de instelmode ingesteld te worden (zie
par. 11.6.13).

8.8.3 Minimum gasdrukschakelaar

De minimum gasdrukschakelaar zorgt ervoor dat de
ketel op blokkering gaat (met blokkeringcode b @^)
bij het bereiken van een te lage gasvoordruk. De mini-
mum gasdrukschakelaar dient te worden aangesloten
op de 3-pins contrastekker X21 bij de 24 Volt-klemmen-
strook. De aanwezigheid van de minimum gasdrukscha-
kelaar dient m.b.v. parameter J in de instelmode inge-
steld te worden (zie par. 11.6.13).

8.8.4 Rookgasklep

Een rookgasklep voorkomt onnodige stilstandverliezen.
En voorkomt, bij cascadetoepassing, dat de rookgassen
via een buiten bedrijfszijnde ketel worden afgevoerd.
De rookgasklep dient te worden aangesloten op de
4-pins contrastekker X14 bij de 230 Volt-klemmenstrook.

8.8.5 Smoorklep

Bij een cascadeopstelling, zorgt een smoorklep ervoor
dat, een niet in bedrijfszijnde ketel, hydraulisch is afge-
koppeld. De smoorklep dient te worden aangesloten
op de klemmen X27-14, X27-15 en X27-16 van de 230
Volt-klemmenstrook.

8.9 Overige aansluitingen

8.9.1 Circulatiepomp

Er kan een Aan/uit pomp worden aangesloten met een
aansluitspanning van 230 Volt (50Hz) / ... Ampère.
De aan/uit pomp dient te worden aangesloten op de
aansluitklemmen X27-11, X27-12 en X27-13 . Door een
programmakeuze op het gebruikersniveau kan naar
wens de nadraaitijd van de circulatiepomp na einde
warmtevraag ingesteld worden (zie par. 11.5.2). Let op
fase- en nulaansluiting!
Contactbelasting aansluitklemmen X27-12 en X27-13:
Spanning
Maximale stroom
31
: 230 Volt
: 2 Ampère.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave