Fout (categorie)
33 Fout UIST
34 Fout in de elektronica
35 Fout in de elektronica
36
-Fout
37 Fout in de elektronica
38 Fout IIST
39 Fout in de elektronica
40 Fout in de elektronica
47
B
Bluetooth fout
48
B
Ontstekingsfout
49
B
Vlamboogonderbreking Tijdens het lassen met een
50
B
Programmanummer
51
A
Noodstop
52 Geen
draadtoevoerapparaat
53
B
Geen DV-apparaat 2
099-00T500-EW505
15.07.2021
Mogelijke oorzaak
Spanningsregistratie onjuist
[1]
A/D-kanaalfout
Flankfout
-Omstandigheden
geschonden.
Temperatuurstoring
Kortsluiting in het
[1]
lasstroomcircuit voor het
lassen.
Secundaire overspanning
I > 0-fout
-
Geen ontsteking bij processtart
(automatische apparaten).
automatische installatie, vond
een vlamboogonderbreking
plaats.
Interne fout
Het noodstopcircuit van de
stroombron werd geactiveerd.
Na het inschakelen van de
automatische installatie werd
geen draadaanvoerapparaat
(DV) herkend.
Draadaanvoerapparaat 2 niet
herkend.
Verhelpen van storingen
Foutmeldingen (Stroombron)
Oplossing
Kortsluiting in het lasstroomcircuit
verwijderen.
Externe voelerspanning verwijderen.
Service aanvragen.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Service aanvragen.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Service aanvragen.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Service aanvragen.
Ingeschakeld apparaat laten
afkoelen.
Kortsluiting in het lasstroomcircuit
verwijderen.
Service aanvragen.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Service aanvragen.
Service aanvragen.
Begeleidende documentatie over de
Bluetooth-functie in acht nemen.
Draadtoevoer controleren
Aansluitingen van de lastkabel in het
lasstroomcircuit controleren.
Zo nodig gecorrodeerde
oppervlakken op het werkstuk voor
het lassen reinigen.
Draadtoevoer controleren.
Lassnelheid aanpassen.
Service aanvragen.
De activering van het noodstopcircuit
weer deactiveren (veiligheidscircuit
vrijgeven).
Stuurstroomkabels van de
DV-apparaten controleren resp.
aansluiten;
Kenmerknummers van de
automatische DV corrigeren (bij 1DV:
Nummer 1 controleren; bij 2DV
telkens een DV met nummer 1 en
een DV met nummer 2).
Verbindingen van de
stuurstroomkabels controleren.
71