5.2.5.4
spotArc
De methode is inzetbaar voor het hechten of het verbindingslassen van platen uit staal en CrNi-
legeringen met een maximale dikte van ongeveer 2,5 mm. Er kunnen ook verschillende plaatdikte op
elkaar worden gelast. Door de eenzijdige toepassing is het ook mogelijk om platen op holle profielen,
zoals ronde of vierkante buizen, te lassen. Bij vlamboogpuntlassen wordt de bovenste plaat door de
vlamboog doorgesmolten en de onderste plaat aangesmolten. Er ontstaan vlakke fijngeschubde
laspunten, die ook in het zicht geen of zeer weinig nabewerking vereisen.
Om een effectief resultaat te behalen dienen de up- en downslope-tijden op "0" te zijn ingesteld.
Als voorbeeld wordt het ontstekingsproces van de HF-ontsteking weergegeven. De vlamboogontsteking
met Liftarc is echter ook mogelijk > zie hoofdstuk 5.2.4.
Proces:
•
Toortsknop indrukken en vasthouden.
•
Gasvoorstroomtijd loopt af.
•
HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode over naar het werkstuk, de vlamboog ontsteekt.
•
Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de ingestelde waarde van de startstroom
•
HF wordt uitgeschakeld.
•
Lasstroom stijgt met de ingestelde up-slope tijd
Het proces wordt door het verlopen van de ingestelde spotArc-tijd of het vroegtijdig loslaten van de
toortsknop beëindigd. Bij activering van de spotArc-functie wordt aanvullend de pulsvariant Automatic
pulsen ingeschakeld. De functie kan indien gewenst ook door het indrukken van de drukknop pulslassen
worden gedeactiveerd.
099-00T500-EW505
15.07.2021
Beschrijving van de werking
Afbeelding 5-17
Afbeelding 5-18
naar de hoofdstroom
Lasprogramma's
4s
(AMP) .
37