Beschrijving van de werking
Begrenzing vlambooglengte (USP)
Selecteren
5.3.7
Pulslassen
5.3.7.1
Gemiddelde waarde-pulsen
Bij gemiddelde waardepulsen wordt regelmatig tussen twee stromen geschakeld waarvoor een
gemiddelde stroomwaarde (AMP), een pulsstroom (Ipuls), een balance (
vooraf wordt ingesteld. De ingestelde gemiddelde stroomwaarde in ampère is doorslaggevend, de
pulsstroom (Ipuls) wordt procentueel ten opzichte van de gemiddelde stroomwaarde (AMP) ingesteld in
parameter
. De pulspauzestroom (IPP) hoeft niet te worden ingesteld. Deze waarde wordt door de
apparaatbesturing berekend zodat de gemiddelde waarde van de lasstroom (AMP) wordt aangehouden.
AMP = hoofdstroom; bijv. 100 A
Ipuls = pulsstroom =
IPP = pulspauzestroom
Tpuls = duur van een pulscyclus = 1/
= balance
5.4
Begrenzing vlambooglengte (USP)
De functie vlambooglengtebegrenzing
vlamboogspanning (ongewone hoge afstand tussen elektrode en werkstuk). De functie kan
procesafhankelijk worden in- of uitgeschakeld > zie hoofdstuk 5.11.
56
Afbeelding 5-45
Afbeelding 5-46
x AMP; bijv. 140 % x 100 A = 140 A
; bijv. 1/1 Hz = 1 sec.
stopt het lasproces bij de detectie van een te hoge
4s
) en een frequentie (
099-00T500-EW505
)
15.07.2021