Tabel 3. Lijst Modemopdrachten (vervolg)
+VRID
+VRID
+VRID
Opgehaald nummer
rapporteren
\N \N
\N
Werkstand
&F
&F
&F
In de fabriek vastgelegde
configuratie herstellen
56
Handboek voor de gebruiker
+VRID=<pwerkstand>
+VRID
+VRID
\N \N
\N<werkstand>
&F &F &F
<pwerkstand>
0: Beeldt nummer af met ingedeelde
weergave op het toestel.
1: Beeldt nummer af met
niet-ingedeelde weergave op het
toestel.
<werkstand>
0: Normale gebufferde werkstand
(zonder foutcorrectie) met normale
snelheid selecteren en &Q6 afdwingen
(asynchrone werking in normale
werkstand).
1: Gelijk aan 0.
2: Betrouwbare werkstand
(foutcorrectie) selecteren en &Q5
afdwingen (de modem probeert
een foutcorrectielink overeen te
komen). De modem probeert
eerst een LAPM-verbinding tot
stand te brengen, en daarna een
MNP-verbinding. Als het niet lukt om
een betrouwbare verbinding te maken,
verbreekt de modem de verbinding.
3: Automatisch betrouwbare
werkstand selecteren en &Q5
afdwingen (de modem probeert een
foutcorrectielink overeen te komen).
Dit werkt op dezelfde manier als
\N2, alleen valt de modem terug op
normale gebufferde werkstand als
het niet lukt om een betrouwbare
verbinding tot stand te brengen.
4: LAPM foutcorrectiewerkstand
selecteren en &Q5 afdwingen
(de modem probeert een
foutcorrectielink overeen te komen).
Als er geen verbinding in LAPM
foutcorrectiewerkstand tot stand
kan worden gebracht, verbreekt de
modem de verbinding.
5: MNP foutcorrectiewerkstand
selecteren en &Q5 afdwingen
(de modem probeert een
foutcorrectielink overeen te komen).
Als er geen verbinding in MNP
foutcorrectiewerkstand tot stand
kan worden gebracht, verbreekt de
modem de verbinding.