• Het bijwerken van Flash-geheugen vanaf het netwerk moet ingeschakeld zijn.
• De computer moet zijn opgestart vanaf het LAN.
• De computer moet zijn opgestart via een Preboot eXecution Environment.
• Op de niet-lokale computer van de beheerder moet speciale netwerksoftware geïnstalleerd zijn.
Om het flashgeheugen bij te kunnen werken vanaf het netwerk, doet u het volgende:
1. In het menu van het programma ThinkPad Setup selecteert u Security. Het submenu Beveiliging
wordt weergegeven.
2. Selecteer UEFI BIOS bijwerken. Het submenu UEFI BIOS bijwerken wordt weergegeven.
3. Voor Flash Over LAN selecteert u Enabled (inschakelen) of Disabled (uitschakelen).
4. Druk op F10.
.
Hoofdstuk 8
Geavanceerde configuratie
203