Opmerking: Als u Fn+F5 wilt gebruiken om de functies voor draadloze communicatie in of uit te
schakelen, moeten eerst de volgende stuurprogramma's op de computer worden geïnstalleerd:
– Power Management-stuurprogramma
– Display Utility op het scherm
– Wireless-stuurprogramma's
Raadpleeg "Draadloze verbindingen" op pagina 45 voor informatie over de functies voor draadloze
communicatie.
Het venster met camera- en audio-instellingen openen
• Fn+F6
Als u op Fn+F6 drukt, wordt het venster met camera- en audio-instellingen geopend en wordt de preview
van de camera aangezet.
In dit venster kunt u de camera- en audio-instellingen wijzigen.
Opmerking: Het gedeelte Camera-instellingen wordt alleen afgebeeld als uw computer een ingebouwde
camera heeft. Meer informatie vindt u in "De ingebouwde camera gebruiken" op pagina 82.
Overige functies
• Fn+PgUp: Het ThinkLight-lampje aanzetten. Om het lampje uit te schakelen, drukt u nogmaals op
Fn+PgUp.
Opmerking: Deze functie werkt uiteraard alleen op ThinkPad notebooks die zijn uitgerust met een
ThinkLight. De status van het ThinkLight (aan of uit) verschijnt enkele seconden lang op het scherm als
u op Fn+PgUp drukt.
• Fn+Home: Het beeldscherm van de computer wordt helderder.
Het doel van deze methode is het helderheidsniveau tijdelijk te wijzigen. In Windows Vista wordt het
standaard helderheidsniveau geladen na de sluimerstand (Standby), slaapstand, opnieuw opstarten of
het loskoppelen of aansluiten van een wisselstroomadapter. Om het standaard helderheidsniveau te
wijzigen, moet u de instellingen van Energiebeheer in het Configuratiescherm wijzigen, of gebruikmaken
van "Power Manager" op pagina 24.
• Fn+End: De helderheid van het beeldscherm verlagen.
Het doel van deze methode is het helderheidsniveau tijdelijk te wijzigen. In Windows Vista wordt het
standaard helderheidsniveau geladen na de sluimerstand (Standby), slaapstand, opnieuw opstarten of
het loskoppelen of aansluiten van een wisselstroomadapter. Om het standaard helderheidsniveau te
wijzigen, moet u de instellingen van Energiebeheer in het Configuratiescherm wijzigen, of gebruikmaken
van "Power Manager" op pagina 24.
• Fn+Spatiebalk: De functie FullScreen Magnifier inschakelen.
• Fn+F2: De computer vergrendelen.
• Fn+F8: De instellingen van de aanwijsapparaat UltraNav aanpassen.
• Fn+PrtSc: Heeft dezelfde functie als de toets SysRq.
• Fn+ScrLk: Het numerieke toetsenblok in- of uitschakelen. De indicator van de Num Lock-stand wordt op
het scherm afgebeeld.
• Fn+Pause: Heeft dezelfde functie als de toets Break.
• Fn+cursortoetsen: Toetsencombinaties voor gebruik in combinatie met de Windows Media Player. Ze
hebben de volgende functies:
– Fn+pijl omlaag: Afspelen of Pauze
– Fn+pijl omhoog: Stoppen
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
33