12. Schakel het selectievakje Compatibele hardware weergeven uit.
13. Selecteer de Fabrikant en het Model van het beeldscherm.
14. Nadat het stuurprogramma is bijgewerkt, klikt u op Sluiten.
15. Stel de resolutie in.
Opmerking: Als u de kleurinstellingen wilt wijzigen, gaat u naar het tabblad Monitor en stelt u
de Kleuren in.
16. Klik op OK.
Windows Vista:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Druk op Fn+F7 om de uitvoer naar het externe beeldscherm te sturen.
Opmerking: Nadat u op Fn+F7 hebt gedrukt, moet u even wachten voordat het beeld verschijnt.
4. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Personaliseren.
5. Klik op Beeldscherminstellingen.
6. Klik op de knop Geavanceerde instellingen.
7. Klik op de tab Beeldscherm. Controleer aan de hand van de gegevens in het venster of het
beeldschermtype correct is. Is dat het geval, klik dan op OK om het venster te sluiten. Zo niet, ga
dan als volgt te werk:
8. Wanneer er twee of meer beeldschermtypen worden afgebeeld, selecteert u Generiek
PnP-beeldscherm of Generiek Non-PnP beeldscherm.
9. Klik op Eigenschappen. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
10. Klik op de tab Stuurprogramma.
11. Klik op Stuurprogramma bijwerken.
12. Klik op Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken en klik daarna op Ik wil kiezen uit
een lijst met apparaatstuurprogramma's op mijn computer.
13. Schakel het selectievakje Compatibele hardware weergeven uit.
14. Selecteer de Fabrikant en het Model van het beeldscherm.
15. Nadat het stuurprogramma is bijgewerkt, klikt u op Sluiten.
16. Stel de Resolutie en de Kleuren in het venster Beeldscherminstellingen in.
17. Klik op OK.
Voor Windows XP:
1. Sluit het externe beeldscherm aan op de beeldschermaansluiting en sluit het beeldscherm aan
op een stopcontact.
2. Zet het externe beeldscherm en de computer aan.
3. Druk op Fn+F7 om de uitvoer naar het externe beeldscherm te sturen.
Opmerking: Nadat u op Fn+F7 hebt gedrukt, moet u even wachten voordat het beeld verschijnt.
4. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en klik op Eigenschappen om het venster
Eigenschappen voor beeldscherm te openen.
5. Klik op de tab Instellingen.
6. Klik op Geavanceerd.
230
Handboek voor de gebruiker