Verificatie
Verificatie
Dit hoofdstuk gaat na of het patroonregelsysteem van
de InvisiPac correct is geïnstalleerd. Zie voor verdere
hulp Problemen oplossen, pagina 45.
Kleppen
1. Om na te gaan of er lijm kan worden toegediend,
schakelt u het systeem IN en probeert u een
spoeling uit te voeren bij elke geïnstalleerde klep.
Controleer vervolgens of de klep heeft gewerkt
(er werd lijm toegediend via de gepaste klep).
2. Ontkoppel de kabel van de solenoïde om het
elektrische signaal te controleren en probeer een
spoeling uit te voeren bij elke geïnstalleerde klep.
Controleer vervolgens of het signaal is
doorgekomen (via de led op de klepconnector).
Trekkers
1. Ga naar Startpagina, pagina 24.
2. Controleer, zonder product bij de trekker, of het
trekkerindicatorlampje UIT is.
3. Controleer, zonder product bij de trekker, of het
trekkerindicatorlampje AAN is.
Pulsgever
1. Ga naar Startpagina, pagina 24.
2. Ga na of de lijnsnelheid weergegeven in de huidige
lijnsnelheidindicator
verschillende lijnsnelheden.
3. Indien de weergegeven lijnsnelheid niet
overeenkomt met de gekende/verwachte waarde,
zie IJking, pagina 40.
Aanloopregelaar
1. Ga naar Startpagina, pagina 24.
2. Schakel het systeem IN en wacht tot de
patroonregelaar ACTIEF wordt.
3. Laat de lijn aan verschillende snelheden draaien en
ga na of de gepaste aanloopuitvoer wordt
weergegeven op de ADM. Controleer of de
aanloopuitvoerdruk correct volgt.
44
positief is en verschilt bij
4. Als het weergegeven percentage/druk niet
overeenkomt met de verwachte waarde, zie
Aanloopregelaar, pagina 44.
PLC-ingangen
1. Ga naar Startpagina, pagina 24.
2. Stel de PLC-ingang van op afstand in bedrijf en
controleer of het verwachte resultaat wordt
aangegeven in het PLC IO-deel in de
rechterbovenhoek van de display.
Actie
Schakel de lijn via de PLC
in. OPMERKING: Gebruik
bij ingebouwde systemen
de InvisiPac PLC IO om de
InvisiPac in of uit te
schakelen. De
patroonregelaar staat in
stand-by totdat de
InvisiPac actief wordt.
Schakel de lijn via de PLC
uit
Maak veiligheidsfout aan
(deur openen)
Verwijder veiligheidsfout
(deur sluiten)
Selecteer het programma
via de PLC
Deselecteer het
programma via de PLC
Maak een alarm aan.
OPMERKING: Vink bij
ingebouwde systemen het
patroonregelaarvakje uit
(genereert een
CAXP-alarm).
Schakel het alarm uit.
OPMERKING: Vink bij
ingebouwde systemen het
patroonregelaarvakje aan.
Pictogram Verwachte
resultaat
Programma #
---
PLC detecteert
alarm
PLC-alarm
verdwijnt
3A8113K