Elektrisch snoer aansluiten
Een foutieve bedrading kan leiden tot elektrische
schokken of andere ernstige letsels indien het werk
niet correct is uitgevoerd.
Laat alle elektrische werkzaamheden verrichten door
een gediplomeerde elektricien. Zorg ervoor dat uw
installatie voldoet aan alle nationale, lokale en
regionale veiligheids- en brandbeveiligingsregels.
De apparatuur moet worden geaard om het risico op
elektrische schokken te beperken. Een foutieve
aarding kan leiden tot elektrische schokken. Aarding
biedt een ontsnappingsdraad voor de elektrische
stroom.
Het patroonregelaarsysteem is uitgerust met een
aardingsklem. Laat een erkend elektricien het systeem
aarden met deze klem.
Elektrische stroom komt binnen via de kleine
kabelwartel aan de rechterkant van de behuizing (zie
afbeelding). De voedingskabel kan verder in de
behuizing worden vastgemaakt met de meegeleverde
kabelbinder en kabelbinderhouder.
1. Plaats de stroomkabels (L1/L2 of L/N) in klemmen 2
en 4 op de voedingsschakelaar. De schakelaar
aanvaardt ononderbroken of meerdradige kabels
van kabeldikte 12 en 14. Zie voor de waarden de
Technische specificaties, pagina 64.
3A8113K
OPMERKING: De behuizing van de
voedingsschakelaar kan met de rode lip bovenaan
de schakelaar worden verwijderd voor een
gemakkelijke bedrading.
2. Sluit de aarding aan op de aardingsklem.
3. Controleer of de kabelwartel de voedingskabel
stevig vastgrijpt. Gebruik een sleutel om indien
nodig aan te halen.
Installatie - Externe modellen
17