Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss FC 300 Programmeerhandleiding pagina 76

Verberg thumbnails Zie ook voor FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. Programmeren
Wanneer par. 4-16
Min. stroom bij lage snelh.
2
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus
Range:
*
100.0 %
[0,0 - Variabele begren-
zing %]
4-18 Stroombegr.
Range:
*
160.0 %
[0,0 - Variabele begren-
zing %]
4-19 Max. uitgangsfreq.
Range:
*
132.0 Hz
[0.0 - 1000.0 Hz]
NB!
Max. uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan 10% van de schakelfrequentie van de omvormer (par. 14-01).
Par. 4-19 kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
4-20 Bron koppelbegrenzingsfactor
Option:
*
Geen functie
[0]
[2]
Anal. ingang 53
[4]
Anal. ingang 53 inv
[6]
Anal. ingang 54
[8]
Anal. ingang 54 inv
[10]
Anal. ingang X30-11
[12]
An ingang X30-11 inv
[14]
Anal. ingang X30-12
[16]
An ingang X30-12 inv
76
Koppelbegrenzing motormodus
wordt gewijzigd terwijl par. 1-00 is ingesteld op
automatisch aangepast.
Functie:
Met deze parameter wordt de koppelbegrenzing bij generatorwerking ingesteld. De koppelbegrenzing is actief in
het snelheidsbereik tot aan de nominale motorsnelheid (par. 1-25). Zie afbeelding voor par. 4-16 en par. 14-25
voor meer informatie.
Functie:
Met deze parameter wordt de koppelbegrenzing bij motorwerking ingesteld. Om de motor te beschermen tegen
het bereiken van het uitvalkoppel is de standaardinstelling 1,6 x het nominale motorkoppel (berekende waarde).
Wanneer een instelling in par. 1-00 tot par. 1-26 wijzigt, worden par. 4-16 tot par. 4-18 niet automatisch gereset
naar de standaardinstellingen.
Om een maximaal uitgangskoppel te verkrijgen en te voorkomen dat de motor afslaat, wordt het aanbevolen om
niet
par. 4-18
lager in te stellen dan par. 4-16 en 4-17 (Koppelbegrenzingen).
Functie:
Deze parameter biedt een eindbegrenzing van de uitgangsfrequentie van de omvormer voor een verbeterde
veiligheid voor toepassingen waarbij onbedoelde, te hoge snelheden moeten worden vermeden. Deze eindbe-
grenzing geldt in elke configuratie (ongeacht de instelling in par. 1-00).
Functie:
Stel een analoge ingang in voor schaling van de ingestelde waarden in par. 4-16 en 4-17 tussen 0 en 100% (of
geïnverteerd). De signaalniveaus die overeenkomen met 0% en 100% zijn gedefinieerd in de schaling van de
analoge ingang, bijv. in parametergroep 6-1*. Deze parameter is alleen actief als par. 1-00
is ingesteld op
Snelheid open lus
®
MG.33.M3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
of
Snelheid gesl. lus.
Snelh. open lus
[0] wordt par. 1-66
Configuratiemodus

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave