FC 300 Programmeerhandleiding
3-68 Ramp 3 S-ramp ratio bij vertr. Einde
Range:
*
50%
[1 - 99%]
2.6.7. 3-7* Ramp 4
Stel de aan/uitloopparameters in; zie par. 3-4*.
3-70 Ramp 4 type
Option:
*
Lineair
[0]
[1]
S-ramp
[2]
S-ramp const. tijd
NB!
S-ramp
Als
[1] is geselecteerd en de referentie tijdens het aan/uitlopen wordt gewijzigd, kan de aan/uitlooptijd worden verlengd om
te zorgen voor een schokvrije beweging, wat kan resulteren in een langere start- of stoptijd.
Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of starters voor omschakeling kunnen noodzakelijk zijn.
3-71 Ramp 4 aanlooptijd
Range:
Afhankelijk van grootte
[0,01-3600,00 s]
3-72 Ramp 4 uitlooptijd
Range:
Afhankelijk van grootte
[0,01-3600,00 s]
3-75 Ramp 4 S-ramp ratio bij versn. Start
Range:
*
50%
[1 - 99%]
3-76 Ramp 4 S-ramp ratio bij versn. Einde
Range:
*
50%
[1 - 99%]
Functie:
Stel de verhouding in voor de totale uitlooptijd (par. 3-62) waarbij het vertragingskoppel afneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen schokcompensatie; hierdoor zal het aantal koppelschokken in de toe-
passing dus afnemen.
Functie:
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de vereisten met betrekking tot versnelling/vertraging. Een lineaire
aanloop zorgt voor een constante versnelling tijdens het aanlopen. Een S-ramp zorgt voor een niet-lineaire
versnelling en biedt zo compensatie voor schokbewegingen in de toepassing.
Versnelt met zo weinig mogelijk schokbewegingen.
S-ramp op basis van de ingestelde waarden in par. 3-71 en 3-72.
Functie:
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de versnellingstijd van 0 tpm tot de nominale motorsnelheid n
de aanlooptijd zo in dat de uitgangsstroom tijdens het aanlopen de stroomgrens in par. 4-18 niet overschrijdt.
De waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie uitlooptijd in par. 3-72.
t acc s x n M
Par.
. 3 − 71 =
Functie:
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd die nodig is om te vertragen van de nominale motorsnelheid n
tot 0 tpm. Stel de uitlooptijd zo in dat er in de inverter geen overspanning ontstaat als gevolg van de genera-
torwerking van de motor en de opgewekte stroom de ingestelde stroomgrens in par. 4-18 niet overschrijdt. De
waarde 0,00 komt overeen met 0,01 s in snelheidsmodus. Zie aanlooptijd in par. 3-71.
t dec s x n M
Par.
. 3 − 72 =
Functie:
Stel de verhouding in voor de totale aanlooptijd (par. 3-71) waarbij het versnellingskoppel toeneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen schokcompensatie; hierdoor zal het aantal koppelschokken in de toe-
passing dus afnemen.
Functie:
Stel de verhouding in voor de totale aanlooptijd (par. 3-71) waarbij het versnellingskoppel afneemt. Hoe hoger
het percentage, hoe hoger de verkregen schokcompensatie; hierdoor zal het aantal koppelschokken in de toe-
passing dus afnemen.
®
MG.33.M3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
(
par.
. 1 − 25 )
tpm
N
,
ref tpm
Δ
(
par.
. 1 − 25 )
tpm
N
,
ref tpm
Δ
2. Programmeren
2
(par. 1-25). Stel
M,N
(par. 1-25)
M,N
71