2. Programmeren
NB!
Functies voor beveiliging en uitschakelvertraging (par. 14-25 en 14-26) kunnen de activering van de mechanische rem in een alarm-
situatie vertragen. Deze functies moeten zijn uitgeschakeld voor hijstoepassingen.
2
2-20 Stroom bij vrijgave rem
Range:
*
0.00 A
[0.00 - par. 16-37]
2-21 Snelheid remactivering [TPM]
Range:
*
0 tpm
[0 - 60.000]
2-22 Snelheid activering rem [Hz]
Range:
*
0 Hz
[0 - 5000]
2-23 Vertraging remactivering
Range:
*
0,0 s
[0,0-5,0 s]
2-24 Stopvertr.
Range:
*
0.0 s
[0.0 - 5.0 s]
60
Functie:
Stel de motorstroom in voor vrijgave van de mechanische rem als er een startconditie aanwezig is. De bovengrens
Geïnv
wordt ingesteld in par. 16-37
.
Functie:
Stel de motorsnelheid in op activering van de mechanische rem als er een stopconditie aanwezig is. De hoge
snelheidsbegrenzing wordt ingesteld in par. 4-53
Functie:
Stel de motorfrequentie in voor activering van de mechanische rem bij aanwezigheid van een stopconditie.
Functie:
Stel de remvertragingstijd in voor de vrijloop na de uitlooptijd. De as wordt stilgehouden met een volledig houd-
koppel. Zorgt ervoor dat de mechanische rem de belasting heeft geblokkeerd voordat de motor in vrijloopmodus
komt. Zie de sectie
Mechanische rembesturing
Functie:
Stel de waarde in voor het tijdsinterval tussen het moment waarop de motor wordt gestopt en het moment
waarom de rem sluit. Deze parameter maakt deel uit van de stopfunctie.
®
MG.33.M3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
max. ingangsstr.
Waarschuwing snelheid hoog
in de Design Guide.
.