2. Programmeren
10-31 Datawaarden opsl.
Option:
2
*
Uit
[0]
[1]
Deze setup opsl.
[2]
Alle setups opsl.
10-32 Revisie DeviceNet
Option:
Grote revisie
Kleine revisie
10-33 Altijd opslaan
Option:
*
Uit
[0]
[1]
Aan
10-39 DeviceNet F parameters
Array [1000]
Geen LCP-toegang
*
0
[0 - 0]
2.14. Parameters: Smart Logic
2.14.1. 13-** Programmeerkenmerken kenmerken
Smart Logic Control (SLC) is in feite een reeks van gebruikersgedefinieerde acties (zie par. 13-52 [x]) die worden uitgevoerd door de SLC als de bijbe-
horende gebruikersgedefinieerde
en in paren gekoppeld (statussen). Dit betekent dat
gekregen). Hierna worden de omstandigheden van
gebeurtenis
slechts één
zullen er geen andere
elk scaninterval zal worden geëvalueerd. Alleen als
van
gebeurtenis
[1]. Er kunnen 1 tot 20
Als de laatste
gebeurtenis/actie
gebeurtenissen/acties:
126
Functie:
Parameterwaarden die via DeviceNet worden gewijzigd, worden niet automatisch opgeslagen in een niet-vluch-
tig geheugen. Gebruik deze parameter om een functie te activeren die alle parameterwaarden in EEPROM (niet-
vluchtig geheugen) opslaat, zodat de parameterwaarden bij een uitschakeling bewaard blijven.
Schakelt de functie voor opslag in het niet-vluchtige geheugen uit.
Slaat alle parameterwaarden van de actieve setup op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde keert terug
Uit
naar
[0] wanneer alle waarden zijn opgeslagen.
Slaat de parameterwaarden van alle setups op in het niet-vluchtige geheugen. De waarde keert terug naar
[0] wanneer alle parameterwaarden zijn opgeslagen.
Functie:
Geef het versienummer voor DeviceNet weer. Deze parameter wordt gebruikt voor EDS-bestandsaanmaak.
Functie:
Schakelt de opslag van gegevens in een niet-vluchtig geheugen uit.
Slaat parametergegevens die worden ontvangen via DeviceNet standaard op in het niet-vluchtige geheugen
(EEPROM).
Deze parameter wordt gebruikt om de frequentieomvormer te configureren via DeviceNet en voor het aanmaken
van het EDS-bestand.
gebeurtenis
(zie par. 13-51 [x]) door de SLC wordt geëvalueerd als TRUE. Gebeurtenissen en
actie
[0] wordt uitgevoerd wanneer
gebeurtenis
gebeurtenis
geëvalueerd. Als een
wordt geëvalueerd als FALSE gebeurt er niets (in de SLC) tijdens het huidige scaninterval en
gebeurtenissen
worden geëvalueerd. Dit betekent dat bij het starten van de SLC
gebeurtenis
gebeurtenissen
en
is geëvalueerd, begint de cyclus opnieuw vanaf
MG.33.M3.10 – VLT
gebeurtenis
[1] geëvalueerd en bij de evaluatie TRUE wordt
[0] is geëvalueerd als TRUE voert de SLC
acties
worden geprogrammeerd.
gebeurtenis
[0] /
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
acties
[0] heeft plaatsgevonden (de waarde TRUE heeft
actie
[1] uitgevoerd, enz. Er wordt steeds
gebeurtenis
gebeurtenis
[0] (en enkel
actie
[0] uit en begint hij met het evalueren
actie
[0]. De afbeelding toont een voorbeeld met drie
Uit
zijn genummerd
[0]) tijdens