2. Programmeren
1-62 Slipcompensatie
Range:
*
100%
[-500 - 500 %]
2
1-63 Slipcompensatie tijdconstante
Range:
*
0,10 s
[0,05-5,00 s]
1-64 Resonantiedemping
Range:
*
100%
[0 - 500 %]
1-65 Resonantiedemping tijdconstante
Range:
*
5 ms
[5-50 ms]
1-66 Min. stroom bij lage snelh.
Range:
*
100%
[0 - 200%]
1-67 Belastingstype
Option:
*
Passieve bel.
[0]
[1]
Actieve bel.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
1-68 Min. traagheid
Range:
*
0.0048
[0.0001 - Par. 1-69]
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor loopt.
48
Functie:
Voer de %-waarde voor slipcompensatie in ter compensatie van toleranties in de waarde van n
pensatie wordt automatisch berekend op basis van de nominale motorsnelheid n
Deze functie is niet actief wanneer par. 1-00
[2] Koppelregeling met snelheidsterugkoppeling of wanneer par. 1-01
speciale motormodus
U/f
[0].
Functie:
Voer de reactiesnelheid van de slipcompensatie in. Een hoge waarde resulteert in een trage reactie en een lage
waarde resulteert in een snelle reactie. Stel een langere tijd in als bij lage frequenties resonantieproblemen
optreden.
Functie:
Stel de resonantiedempingswaarde in. Stel par. 1-64 en par. 1-65
blemen met hoogfrequentresonantie te helpen elimineren. Verhoog de waarde van par. 1-64 om resonantietrilling
te verminderen.
Functie:
Stel par. 1-64
Resonantiedemping
en par. 1-65 in om problemen met hoogfrequentresonantie te helpen elimi-
neren. Voer de tijdconstante in die de beste demping oplevert.
Functie:
Stel de minimale motorstroom bij lage snelheid in, zie par. 1-53
stroom verbetert het motorkoppel bij lage snelheden.
Par. 1-66 wordt alleen ingeschakeld wanneer par. 1-00
De omvormer draait met een constante stroom door de motor voor snelheden onder 10 Hz.
Voor snelheden boven 10 Hz wordt de motor geregeld door het fluxmodel in de omvormer. Par. 1-66 wordt
automatisch aangepaste door par. 4-16
neratormodus
. Par. 1-66 wordt aangepast door de parameter met de hoogste waarde. De ingestelde waarde in
par. 1-66 is samengesteld uit de stroom die door het koppel wordt gegenereerd en de magnetiseringsstroom.
Koppelbegrenzing motormodus
Voorbeeld: Stel par. 4-16
tormodus
op 60%. Par. 1-66 wordt automatisch ingesteld op circa 127%, afhankelijk van grootte van de motor.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
Functie:
Voor lopendeband-, ventilator- en pomptoepassingen.
Voor hijstoepassingen. Wanneer
Actieve bel.
worden ingesteld op een niveau dat overeenkomt met het maximale koppel.
Functie:
Stel het minimale traagheidsmoment van het mechanische systeem in. Par. 1-68 en 1-69
gebruikt om de proportionele versterking voor de snelheidsregeling van tevoren aan te passen, zie par. 7-02
Snelheids-PID, prop. versterking
.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302.
®
MG.33.M3.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
FC 300 Programmeerhandleiding
Configuratiemodus
is ingesteld op
Motorbesturingsprincipe
Resonantiedemping tijdconstante
Model versch.frequentie
Configuratiemodus
is ingesteld op
Koppelbegrenzing motormodus
en/of par. 4-17
in op 100% en par. 4-17
[1] is geselecteerd, moet par. 1-66
. De slipcom-
M,N
.
M,N
Snelheid gesl. lus
Koppel
[1] of
is ingesteld op de
in om pro-
. Het verhogen van deze
Snelheid open lus
[0].
Koppelbegrenzing ge-
Koppelbegrenzing genera-
Min
.
stroom bij lage snelh.
Max. traagheid
worden