3.HOE BEWERKINGSFUNCTIES GEBRUIKEN
6
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets
op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en
kopiëren.
Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 7 en 8 uit.
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op [Volgende kopie (Next Copy)] op het
7
aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Herhaal deze procedure totdat het scannen van alle originelen is
voltooid.
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [Taak gereed (Job Finish)] op
8
het aanraakscherm.
Het kopiëren begint.
Een blad invoegen op een gewenste pagina (Tussenleg vellen) 83