5.GEKOPIEERDE GEGEVENS OPSLAAN ALS EEN BESTAND
3
Voer het wachtwoord in en druk op [OK].
MFP lokaal (MFP Local): Druk hierop om de gegevens in de gedeelde map van het multifunctionele systeem
op te slaan.
Netwerk 1 (Remote 1), Netwerk 2 (Remote 2): Druk op een van de twee om de gegevens op te slaan in de
gedeelde map van een pc die via een netwerk met het multifunctionele systeem is verbonden.
Bestandnaam (File Name): Toets daarna de bestandsnaam met maximaal 128 letters in.
Bestandformaat (File Format): Selecteer het bestandsformaat waarin de gegevens worden opgeslagen: PDF,
TIFF of XPS.
Multi/Enkel (Multi/Single): Wanneer [Multi] wordt geselecteerd, worden alle gescande gegevens als één
bestand opgeslagen. Wanneer [Enkel (Single)] wordt geselecteerd, wordt een map aangemaakt en elke pagina
van de gescande gegevens wordt als afzonderlijk bestand in de map opgeslagen.
U kunt er maximaal 2 selecteren uit [MFP lokaal (MFP Local)], [Netwerk 1 (Remote 1)] en [Netwerk 2 (Remote
2)]. U kunt het geselecteerde item annuleren door opnieuw op dezelfde toets te drukken.
Als een gebruiker die gemachtigd is de instelling van [Netwerk 1 (Remote 1)] en [Netwerk 2 (Remote 2)] te
wijzigen, een van beide toetsen heeft ingedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index. Zie in
dat geval voor het opgeven van de index:
P.128 "Instelling gedeelde map"
De tekens aan het einde in een bestandsnaam (max. 74) kunnen eventueel worden verwijderd, afhankelijk van
het gebruikte type letters.
Druk op toets [START] op het bedieningspaneel.
4
Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem wordt geplaatst, start het kopiëren en
opslaan gelijktijdig.
Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd, dient als volgt te werk te worden gegaan.
Leg het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op [Volgende kopie (Next Copy)]
5
op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel.
Herhaal deze stap totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
Kopiëren en opslaan als bestand 127