5.GEKOPIEERDE GEGEVENS OPSLAAN ALS EEN BESTAND
6
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [Taak gereed (Job Finish)] op het aanraakscherm.
Het kopiëren en opslaan begint.
Instelling gedeelde map
Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen, op [Netwerk 1 (Remote 1)] of [Netwerk 2
(Remote 2)] heeft gedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index.
De instellingsitems verschillen afhankelijk van het te gebruiken bestandsoverdrachtsprotocol. FTP, SMB, NetWare
IPX/SPX, NetWare TCP/IP en FTPS kunnen als bestandsoverdrachtsprotocol worden geselecteerd.
FTP / FTPS
Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Druk na beëindiging
van de invoer op [OK].
Servernaam (Server Name): Druk hierop voor de invoer van het IP-adres van de FTP-server. Toets bijvoorbeeld bij
de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ "10.10.70.101" in.
Netwerk pad (Network Path): Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een FTP-map waarin de
gegevens moeten worden opgeslagen. Voer bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp:/
/10.10.70.101/user01/scan/ in: "user01\scan".
Gebruikersnaam (Login User Name): Druk hierop voor de invoer van de gebruikersnaam voor het inloggen op de
FTP-server. Voer zoals vereist in.
Wachtwoord (Password): Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de FTP-server.
Voer zoals vereist in.
Poort nummer (Command Port): Druk hierop voor de invoer van een poortnummer voor de uitvoering van
commando's. Normaal gesproken wordt in dit veld "-" ingevoerd, wat wil zeggen dat een door de beheerder
ingesteld poortnummer wordt gebruikt. Wijzig dit alleen indien u een ander poortnummer wilt gebruiken.
128 Kopiëren en opslaan als bestand