2.HET MAKEN VAN KOPIEËN
Modus roteren en sorteren
Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kan elke set bovenop een andere set afwisselend in staande en
liggende richting worden uitgevoerd. Deze modus heet roteren en sorteren. Gebruik 2 papierladen en 2 stapels papier
van hetzelfde formaat. Leg één stapel papier in staande richting in de ene papierlade en de andere stapel in liggende
richting in de andere lade voordat met kopiëren wordt begonnen. Als de modus roteren en sorteren is geselecteerd,
dan worden de kopieën automatisch in de offset modus (shift uitvoer) uitgevoerd.
Deze functie is voor sommige modellen niet beschikbaar.
Er kan A4-, B5- en LT-papier in de papierlade of de handinvoerlade worden gebruikt.
De stand roteren en sorteren is niet beschikbaar als automatische papierselectie wordt geselecteerd.
Leg één stapel papier in staande richting in de ene papierlade en de andere stapel in liggende richting in de andere
lade.
Trek de sub-lade van de finisher uit wanneer een poging tot kopiëren is gemaakt met de modus roteren en
sorteren. Zo is de kans groter dat het uitgevoerde papier naar behoren is uitgelijnd.
Ook als de modus roteren en sorteren is geselecteerd, dan is de werking van de roteren en sorteren modus niet
afhankelijk van uitvoerlades en papierformaat. In dit geval worden afdrukken in de sorteermodus zonder shift
uitgevoerd. Voor elke overeenkomstige voorwaarde, raadpleeg de Specificatieshandleiding.
Er kunnen vlekken verschijnen op de rand van het papier. Dit kan worden verminderd door het afdrukinterval te
verlengen. Raadpleeg uw servicetechnicus voor de informatie over deze instelling. Raadpleeg de Software
probleemoplossing handleiding voor meer informatie over het probleem van vlekken op de rand van het papier.
Druk op [Afwerking (Finishing)] in het menu Basis (Basic).
1
Selecteer [Roteren (Rotate Sort)] en druk vervolgens op [OK].
2
Toets het gewenste aantal afdrukken in op het menu Basis (Basic).
3
Afwerkfunctie selecteren 57