Download Print deze pagina

ABB i-bus SA/S 2.6.2.1 Handboek pagina 46

Schakelaktoren

Advertenties

®
ABB i-bus
KNX
Apparaattechniek
De schakelvermogens AC en AX kunnen niet rechtstreeks met elkaar vergeleken worden. Wel kan de
volgende kwaliteit van het schakelvermogen worden vastgesteld:
Het laagste schakelvermogen wordt aangeduid met
AC1 - voornamelijk ohmse belastingen.
Een hoger schakelvermogen is
AX - fluorescentielampbelastingen, conform norm: 70 µF (6 A), 140 µF (10 A, 16 A).
Het hoogste schakelvermogen wordt aangeduid met
AC3 - motorbelastingen,
C-belasting – fluorescentielampbelastingen (200 µF).
Beide aanduidingen zijn nagenoeg gelijk. Dit betekent dat een apparaat dat de controle voor AC3 conform
DIN 60947 heeft doorstaan, zeer waarschijnlijk ook aan de eisen conform DIN EN 60669 met 200 µF
voldoet.
Conclusie:
gebruikers of klanten uit de industrie spreken eerder van een AC3-schakelvermogen.
Gebruikers uit de gebouw- of verlichtingstechniek spreken daarentegen vaker van een AX-
schakelvermogen of C-belasting (200 µF-belastingen).
Houd bij de keuze van een schakelactor rekening met de verschillen in schakelvermogens.
2.10
Specificaties m.b.t. de stroomdetectie
Schakelactoren met stroomdetectie zijn te herkennen aan het cijfer 6 op de derde positie van de
typeaanduiding, bijv. SA/S 2.16.6.1.
Dit zijn schakelactoren met geïntegreerde belastingsstroomdetectie.
Elke uitgang beschikt over een eigen stroomdetectie met evaluatie-elektronica, die apart ingesteld kan
worden.
Zie voor meer informatie:
De stroomdetectie registreert sinusvormige belastingsstromen met een frequentie tussen 45 en 60 Hz. De
gemeten belastingsstromen staan als effectieve waarden ter beschikking. Niet sinusvormige stromen, bijv.
faseaangesneden of vervormde stromen, veroorzaken afhankelijk van de curvevorm een meetfout.
Wanneer er ook sprake is van een gelijkstroom, wordt de meetfout nog erger. Faseaangesneden stromen
worden bijv. door stroomomvormers gegenereerd.
Het principe van stroomdetectie in de schakelactoren is gebaseerd op de overdracht door omvormers van
sinusvormige belastingsstromen. Aan de secundaire zijde van de omvormer wordt de overgedragen
waarde eerst gelijkgeschakeld en via een RC-module vereffend. De hieruit ontstane waarde wordt met de
vaste factor 1/√2 vermenigvuldigd, waardoor een op sinus genormeerde effectieve waarde ontstaat. De
factor 1/√2 is gebaseerd op de crestfactor Û/U
44 2CDC 505 056 D3108 | SA/S
Parametervenster A:
Stroomdetectie, p. 101
= √2 voor een sinusvormige curvevorm.
eff

Advertenties

loading