®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Nr.
10
Dit communicatieobject is bedoeld voor het AAN en UIT schakelen van de uitgang.
Via het schakelobject ontvangt het apparaat een schakeltelegram.
Sluiter:
Telegramwaarde:
Opener:
Telegramwaarde:
11
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster A: Functie bij de parameter Functie Tijd vrijgeven de optie
Ja is geselecteerd.
Met dit communicatieobject kan de uitgang gedwongen worden ingeschakeld.
Ontvangt dit communicatieobject een telegram met waarde 1, dan wordt de uitgang ingeschakeld, ongeacht de waarde van
het communicatieobject Schakelen, en blijft ingeschakeld totdat het communicatieobject Continu-AAN de waarde 0 krijgt. Na
het beëindigen van de toestand Continu-AAN wordt de toestand van het communicatieobject Schakelen gebruikt.
Continu-AAN schakelt alleen AAN en "bedekt" de andere functies. Dit betekent dat de andere functies, zoals
Trappenhuisverlichting, op de achtergrond doorlopen, maar geen schakelhandeling activeren. Na afloop van Continu-AAN
wordt de schakelstand ingesteld die zonder Continu-AAN van kracht zou zijn geweest. Voor de functie Trappenhuisverlichting
is het gedrag na Continu-AAN instelbaar in het
Dit communicatieobject kan bijvoorbeeld worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de functie bij onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden continu AAN blijft. Via het schakelobject ontvangt het apparaat een schakeltelegram.
Na download of busspanningsterugkeer wordt continu-AAN gedeactiveerd.
Telegramwaarde:
112 2CDC 505 056 D3108 | SA/S
Functie
Schakelen
1 = AAN schakelen
0 = UIT schakelen
1 = UIT schakelen
0 = AAN schakelen
Opmerking
Door logische poorten of dwangsturingen leidt een wijziging in het communicatieobject Schakelen niet gedwongen
tot een wijziging in de contactstand.
Zie voor meer informatie het Functieschema, p. 147
De schakelactor beschikt niet over een elektrische bewaking van de handbediening en kan daarom niet specifiek op
een handbediening reageren.
Uit energietechnisch oogpunt wordt het relais slechts met één schakelimpuls aangestuurd wanneer de bekende
relaispositie is veranderd. Na een eenmalige handbediening heeft dit tot gevolg dat een schakeltelegram dat via de
bus wordt ontvangen, geen contactwissel activeert. De schakelactor gaat ervan uit dat er geen contactwissel heeft
plaatsgevonden en dat de correcte contactstand nog is ingesteld.
Een uitzondering is de situatie na busspanningsuitval en -terugkeer. In beide gevallen wordt de relaispositie
afhankelijk van de parameterinstellingen opnieuw berekend en onafhankelijk van de contactstand ingesteld.
Continu-AAN
1 = activeert modus Continu-AAN
0 = deactiveert modus Continu-AAN
Objectnaam
Uitgang A
Uitgang A
Parametervenster A:
Tijd, p. 76.
Gegevenstype
Flags
EIS 1, 1
C, W
Bit DPT 1.001
EIS 1, 1
C, W
Bit DPT 1.001