®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Welke statuswaarde wordt verzonden, kan met de parameter Objectwaarde schakeltoestand (object
"Status schakelen") worden ingesteld.
Opmerking
De contactstand is afhankelijk van een reeks prioriteiten en poorten, zie hiervoor het Functieschema,
p. 161.
De contactstand kan alleen correct geëvalueerd worden als de schakelprocedures via de KNX
uitgevoerd worden. De SA/S kan geen onderscheid maken tussen handmatig schakelen en een
kabelbreuk of apparaatstoring.
Objectwaarde schakeltoestand
(object "Status schakelen")
Opties:
•
1=gesloten, 0=geopend: bij gesloten contact wordt de waarde 1 en bij geopend contact de waarde 0
in het communicatieobject Status schakelen geschreven.
•
0=gesloten, 1=geopend: bij gesloten contact wordt de waarde 0 en bij geopend contact de waarde 1
in het communicatieobject Status schakelen geschreven.
De reactie van de verwarmingsklep is afhankelijk van de stand van het schakelactorrelais en het type klep
(stroomloos open of gesloten).
Gedrag bij uitval busspanning
Opties:
Deze parameter legt vast hoe de contacten en daarmee de klepaandrijvingen bij uitval van de
busspanning worden aangestuurd.
Zie voor meer informatie:
p. 166
Door de uitval van de busspanning is er nog slechts voldoende energie voor één schakelhandeling.
Bij gebruik van een stroomloos gesloten klep betekent een gesloten contact een geopende klep (100%) en
een geopend contact een gesloten klep (0%).
Bij gebruik van een stroomloos geopende klep betekent een gesloten contact een geopende klep (100%)
en een geopend contact een gesloten klep (0%).
Bij uitval van de busspanning kan de klep niet in de middenstand gezet worden. De klep gaat bij uitval van
de busspanning ofwel naar zijn gesloten (0%), ofwel naar zijn geopende (100%) eindpositie.
1=gesloten, 0=geopend
0=gesloten, 1=geopend
Contact geopend
Contact gesloten
Contact ongewijzigd
Gedrag bij busspanningsuitval (BSU), busspanningsterugkeer (BST) en bij
downloaden,
SA/S | 2CDC 505 056 D3108 121