®
ABB i-bus
KNX
Ingebruikname
Nr.
18
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster A: Functie voor de parameter Functie Poort/logica vrijgeven
de optie Ja is geselecteerd.
Via dit communicatieobject kan het eerste van twee logicaobjecten aan de uitgang worden toegewezen. De logische poort
wordt ingesteld in het parametervenster A: Logica.
Eerst wordt het schakelobject aan het communicatieobject Log. poort 1 gekoppeld. Het resultaat daarvan wordt aan het
communicatieobject Log. poort 2 gekoppeld.
Zie voor meer informatie:
19
Zie communicatieobject 18.
20
Dit communicatieobject is vrijgegeven als in het parametervenster A: Functie voor de parameter Functie Beveiliging vrijgeven
de optie Ja is geselecteerd en voor de parameter Schakeltoestand bij dwangsturing de optie 1-bit-object.
Ontvangt dit communicatieobject de waarde 1, dan wordt de uitgang gedwongen in de schakelpositie gezet die in het
parametervenster A: Beveiliging is ingesteld. De dwangstand van het contact blijft gehandhaafd totdat de dwangsturing wordt
beëindigd. Dat gebeurt als via het communicatieobject Dwangsturing een 0 wordt ontvangen.
NB: de functie Beveiliging prioriteit 1 en een busspanningsuitval hebben een hogere prioriteit ten aanzien van de
schakeltoestand, zie het Functieschema, p. 147.
Functie
Log. poort 1
Opmerking
De waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 worden bij uitval van de busspanning opgeslagen. Bij
terugkeer van de busspanning worden deze waarden weer hersteld.
Als er geen waarden aan de communicatieobjecten Log. poort 1/2 zijn toegewezen, worden deze gedeactiveerd.
Bij een reset via de bus blijven de waarden van de communicatieobjecten Log. poort 1/2 ongewijzigd.
Functie
Poort/logica, p. 153
Log. poort 2
Dwangsturing
Objectnaam
Uitgang A
Uitgang A
Uitgang A
Gegevenstype
Flags
1-bit (EIS 1)
C, W
DPT 1.002
1-bit (EIS 1)
C, W
DPT 1.002
1-bit (EIS 1)
C, W
DPT 1.003
SA/S | 2CDC 505 056 D3108 115