Download Print deze pagina

ABB i-bus SA/S 2.6.2.1 Handboek pagina 168

Schakelaktoren

Advertenties

®
ABB i-bus
KNX
Ontwerp en toepassing
4.4
Gedrag bij busspanningsuitval (BSU), busspanningsterugkeer (BST) en bij
downloaden
Gedrag bij busspanningsuitval (BSU)
Het gedrag van elke afzonderlijke uitgang bij uitval van de busspanning kan in het parametervenster A:
Algemeen met de parameter Gedrag bij uitval busspanning worden ingesteld. Deze instelling heeft directe
invloed op het relais en heeft de hoogste prioriteit in de totale schakelactor.
Zie voor meer informatie: Functieschema, p. 147 en Functieschema, p. 161
Voordat de eerste schakelhandeling na terugkeer van de busspanning mogelijk is, wordt in de SA/S
genoeg energie opgeslagen om ervoor te zorgen dat bij uitval de busspanning altijd voldoende energie ter
beschikking staat om alle relais direct en zonder vertraging in de gewenste (ingestelde) contactstand te
schakelen.
Met de parameterinstelling contact ongewijzigd wordt de contactstand van het relais bij uitval van de
busspanning niet gewijzigd, d.w.z. als de functie Trappenhuisverlichting actief is, blijft het licht aan tot de
busspanning terugkeert en een nieuwe schakelhandeling wordt ontvangen.
Nadat de contactstanden bij uitval van de busspanning zijn ingesteld, blijft de schakelactor buiten werking
totdat de busspanning terugkeert.
Gedrag bij terugkeer busspanning (BST)
De schakelactor wordt via de bus voorzien van de energie voor het schakelen van de contacten. Na
inschakeling van de busspanning is er afhankelijk van het type SA/S pas na 10 tot 30 seconden voldoende
energie om alle contacten tegelijkertijd te schakelen, zie hiervoor
lang het duurt voordat de afzonderlijke uitgangen de uit het functieschakelschema resulterende
contactstand aannemen, is afhankelijk van de verzend- en schakelvertragingstijd na
busspanningsterugkeer die is ingesteld in het parametervenster Algemeen. Als een kortere tijd is
ingesteld, schakelt de SA/S een contact pas als er voldoende energie in de SA/S is opgeslagen om bij
uitval van de busspanning alle uitgangen betrouwbaar en direct in de gewenste schakeltoestand bij uitval
van de busspanning te zetten.
De schakelactor begint onafhankelijk van de ingestelde zend- en schakelvertraging na ca. 1 tot 2
seconden weer te werken. Dit betekent dat de communicatieobjecten op basis van de
parameterinstellingen worden ingesteld en de timers, bijv. voor vertraging, worden gestart. Een
schakelhandeling of het verzenden van telegrammen is echter pas na afloop van de zend- en
schakelvertragingstijd mogelijk.
De via de KNX ingestelde drempel-, scène- of presetwaarden blijven na terugkeer van de busspanning
beschikbaar als de desbetreffende parameter Bij downloaden overschrijven op nee is ingesteld. Bij de
instelling ja worden de via de bus ingestelde waarden met de waarden uit ETS overschreven.
166 2CDC 505 056 D3108 | SA/S
Technische
gegevens, vanaf p. 9. Hoe

Advertenties

loading