®
ABB i-bus
KNX
Apparaattechniek
2.8
Berekening aantal EVSA's
Een EVSA (elektronisch voorschakelapparaat) is een apparaat waarmee gasontladingslampen zoals bijv.
fluorescentielampen gebruikt kunnen worden. Bij normaal gebruik zet het EVSA de netspanning in een
voor de gasontladingslamp optimale bedrijfsspanning om. Ook kunnen hiermee door bepaalde
condensatorschakelingen gasontladingslampen ingeschakeld worden.
Terwijl bij de oorspronkelijke smoorspoel-starterschakeling de lampen niet tegelijk aangaan, gaan bij de
EVSA-schakeling alle fluorescentielampen vrijwel gelijktijdig branden. Als de lampen in de
netspanningspiek worden ingeschakeld, veroorzaken de condensatoren van het EVSA een hoge, maar
zeer korte stroomimpuls. Bij gebruik van meerdere EVSA's in hetzelfde stroomcircuit kunnen door het
gelijktijdig laden van de condensatoren zeer hoge inschakelstromen optreden.
Met deze inschakelpiekstroom I
juiste smeltzekering rekening worden gehouden. Hieronder wordt het effect van de EVSA-inschakelstroom
en de daarmee verbonden beperking van het aantal EVSA's op de SA/S behandeld.
De inschakelstroom van het EVSA hangt niet alleen af van het aantal watt, maar ook van het type, het
aantal lampen en van de fabrikant. Hierdoor heeft het opgegeven maximale aantal aansluitbare EVSA's
per uitgang altijd slechts op een bepaald type EVSA betrekking. Voor een ander type EVSA kan de
waarde niet meer dan een schatting zijn.
Om het aantal EVSA's juist te kunnen inschatten, moet de inschakelpiekstroom l
impulsbreedte van het EVSA bekend zijn. Tegenwoordig worden deze waarden door de fabrikanten van
EVSA's in de technische gegevens vermeld of kunnen op aanvraag verstrekt worden.
Typische waarden voor EVSA's met één lamp van het type T5/T8 zijn:
inschakelpiekstroom 15...50 A bij een impulstijd van 120...200 µs.
De relais van de schakelactoren hebben de volgende maximale inschakelwaarden:
Max. inschakelpiekstroom I
(150 µs)
p
Max. inschakelpiekstroom I
(250 µs)
p
Max. inschakelpiekstroom I
(600 µs)
p
*) x = 5 of 6, typen met C-belasting met en zonder belastingsstroomdetectie
Let op
Grenswaarden niet overschrijden.
Bij een overschrijding kunnen de relais beschadigd raken, bijv. door aan elkaar te smelten.
42 2CDC 505 056 D3108 | SA/S
moet bij het plaatsen van de schakelcontacten en bij de keuze van de
p
SA/S 4.6.1.1
SA/S 2.6.2.1
SA/S 8.6.1.1
SA/S 4.6.2.1
SA/S 12.6.1.1
SA/S 8.6.2.1
SA/S 12.6.2.1
200 A
400 A
160 A
320 A
100 A
200 A
SA/S 2.10.2.1
SA/S 2.16.2.1
SA/S 4.10.2.1
SA/S 4.16.2.1
SA/S 8.10.2.1
SA/S 8.16.2.1
SA/S 12.10.2.1
SA/S 12.16.2.1
400 A
400 A
320 A
320 A
200 A
200 A
met de bijbehorende
p
SA/S 2.16.5.1
SA/S 2.16.6.1
SA/S 4.16.5.1
SA/S 4.16.6.1
SA/S 8.16.5.1
SA/S 8.16.6.1
SA/S 12.16.5.1
SA/S 12.16.6.1
600 A
600 A
480 A
480 A
300 A
300 A